2.2 Soorten media

Het media Landschap
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het media Landschap

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Wat is geen functie van de massamedia?
A
informatiefunctie
B
controlerende functie
C
agendafunctie
D
politieke functie

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van massamedia?
A
Een telefoongesprek
B
Een appje sturen naar je vriendinnetje
C
Het delen van een vlog

Slide 4 - Quiz

Wat is een medium?
A
Degene die de boodschap verstuurt
B
Degene die de boodschap ontvangt
C
De boodschap zelf
D
Het middel waarmee je de boodschap verstuurt

Slide 5 - Quiz

Als jij aan je klasgenoot vraagt hoelang de les nog duurt. Hij kijkt op de klok en zegt: "Het is 5 voor 10. Wie/ wat is er dan het medium?
A
jij
B
je klasgenoot
C
de klok
D
jouw mond

Slide 6 - Quiz

Als jij een klasgenoot met je telefoon een app stuurt dat het eerste uur uitvalt, wat is dan het medium?
A
Jijzelf
B
Jouw vingers
C
Jouw telefoon
D
Whatsapp

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Welke kranten ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Hebben jouw ouders een abonnement op een krant?!
(dus niet de gratis huis-aan-huis)

Slide 10 - Sondage

Landelijke kranten:
Verschijnen dagelijks en brengen binnen- en buitenlands nieuws.

Voorbeelden zijn:
het AD, de Telegraaf, NRC Next, De Volkskrant, Trouw, etc. 

Slide 11 - Diapositive

Regionale kranten:
Verschijnen dagelijks en brengen naast binnen en buitenlands nieuws ook nieuws uit de regio. 

Voorbeelden: de Leeuwarder Courant, Dagblad van het Noorden, Tubantia, de Stentor & de Limburger.

Slide 12 - Diapositive

Populaire krant
(Misdaad, rampen, sport, amusement, BN'ers etc.)
Kwaliteitskrant
(Politieke ontwikkelingen, economie & cultuur) 

Slide 13 - Diapositive

Doelgroep: een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken

Slide 14 - Diapositive

Tijdschriften: 
schrijven voor een eigen doelgroep met een bepaald interesse gebied
Opiniebladen:
deze geven achtergrondinformatie en commentaar over politieke, economische culturele en maatschappelijke kwesties. 

Slide 15 - Diapositive

Omschrijf de doelgroep van de Tina:

Slide 16 - Question ouverte

Een advertentie in een krant is een voorbeeld van
A
meerzijdige communicatie
B
eenzijdige communicatie
C
directe communicatie
D
non-verbale communicatie

Slide 17 - Quiz

Er zijn populaire kranten en kwaliteitskranten.
Wat zijn twee populaire kranten?

A
Telegraaf en AD
B
Telegraaf en Trouw
C
AD en Volkskrant
D
NRC en Volkskrant

Slide 18 - Quiz

5. Wat is een voorbeeld van een landelijke krant?
A
De Telegraaf
B
Dagblad van het Noorden
C
De Leeuwarder Courant

Slide 19 - Quiz

Wat is dit!?

Slide 20 - Question ouverte

Ik kijk vooral:
A
Normale kabel TV
B
Netflix & Videoland
C
YouTube

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Publieke zenders
Publieke omroepen

Slide 23 - Diapositive

Commerciële zenders:
Mogen zelf bepalen wat ze uitzenden. Het hoofddoel is het maken van winst
Hoge kijkcijfers zijn dus erg belangrijk. 

Voorbeeld:
RTL 4, 5, 7 & 8
SBS 6 / Net 5 / TLC / MTV / Veronica 

Slide 24 - Diapositive

Commerciële omroepen

Publieke omroepen 

Slide 25 - Question de remorquage

Publieke omroep
Commerciële omroep
SBS6
Net5
BNN
VARA
KRO
NCRV
EO
Veronica
Omroep MAX
RTL4
VPRO

Slide 26 - Question de remorquage

Opdrachten:
lees 2.2 
maak de vragen van de studiewijzer



Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive