‹Revenir à la recherche

LE 4.1 les 6: Weefsels en ziekteverloop

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de onderdelen van klein naar groot, van boven naar beneden, naar de vakjes aan de rechterkant.
celorganellen
cellen
weefsels
organen
orgaanstelsels
organismen
atomen
moleculen

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dekweefsel

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functie heeft dekweefsel?
A
bescherming, transport
B
transport
C
transport, bescherming & afscheiding van stoffen
D
bescherming en afscheiding van stoffen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

steunweefsel

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof in je huid zorgt er voor dat je de huid niet van je botten kunt scheuren?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

spierweefsel

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de kenmerken van hartspierweefsel?
A
reageren snel, groot uithoudingsvermogen
B
reageren snel, kort uithoudingsvermogen, animaal gestuurd
C
reageren snel, kort uithoudingsvermogen, vegetatief gestuurd
D
groot uithoudingsvermogen, animaal gestuurd, vegetatief gestuurd

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zenuwweefsel

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Botweefsel is goed doorbloed
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Gezondheidsbevorderende
factoren

Slide 35 - Carte mentale

gezonde voeding
voldoende lichaamsbeweging
voldoende slaap
infecties voorkomen
timer
1:00
Gezondheidsbedreigende
factoren

Slide 36 - Carte mentale

ongezond of onvoldoende eten
weinig nachtrust
weinig of geen lichamelijke inspanning
overmatig gebruik van alcohol vet en nicotine
onveilig vrijen
Noem een voorbeeld van een acute ziekte
timer
1:00

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ziekte met een acuut karakter kent een geleidelijk begin.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de tijd tussen besmetting en ziek worden?
timer
1:00

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een chronische ziekte kent vaak een langzaam en sluipend begin
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

Een chronische ziekte duurt minstens drie maanden, komt regelmatig terug en is niet (volledig) te genezen. Chronische ziekten kunnen lichamelijk en psychisch zijn. Voorbeelden van chronische ziekten zijn artrose, reuma, suikerziekte, astma, kanker en dementie
Wat is een complicatie?
timer
1:00

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een exacerbatie?
timer
1:00

Slide 42 - Question ouverte

Opvlamming van een chronische ziekte; bijvoorbeeld: 
- reuma
- crohn en colitis
Wanneer je ziekte in complete remissie is...
timer
0:45
A
Is terugkeer van de ziekte uitgesloten
B
Is de kans op terugkeer van de ziekte gering
C
Komt de ziekte hoe dan ook terug

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer een ziekte na genezing weer terugkomt heet dit een...
timer
1:00

Slide 44 - Question ouverte

RECIDIEF

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Pathologie; ziekteverloop en ziekte-oorzaken

- Leçon avec 17 diapositives
PathologieBeroepsopleiding

Pathologie 1.2 Ziekteverloop

- Leçon avec 20 diapositives
PathologieMBOStudiejaar 1

2022 Lesweek 2 en 3

- Leçon avec 36 diapositives
Begeleiden bij de ADLBeroepsopleiding

Les 3 infectie, ontsteking en Immuniteit

- Leçon avec 22 diapositives
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Aandachts punten Chronische ziekte 19 VP A

- Leçon avec 13 diapositives
VerpleegkundigeMBOStudiejaar 2

Aandachts punten Chronische ziekte 19 VP A

- Leçon avec 13 diapositives
VerpleegkundigeMBOStudiejaar 2

P4W2 Pathologie: 1.2 Gezondheid en ziekte Ziekteverloop

- Leçon avec 19 diapositives
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

P 2 Ziekteverloop

- Leçon avec 17 diapositives
AFPMBOStudiejaar 1