17. 18 mrt: Herhaling deel 2: les 21, 22, stijlfiguren

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
- Map/schrift
- pen
- handboek
- Ga volgens de plattegrond zitten
- Jas uit en over je stoel.
- Telefoon in je tas.
- Tas op de grond.


1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
- Map/schrift
- pen
- handboek
- Ga volgens de plattegrond zitten
- Jas uit en over je stoel.
- Telefoon in je tas.
- Tas op de grond.


Slide 1 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
  • Starten met argumentatiestructuur (les 20)
  • Herhaling argumentatieschema (les 21) en drogredenen (les 22)
  • Huiswerk bespreken + stijlfiguren

Vandaag dinsdag 18 maart:

Slide 2 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Les 20, argumentatiestructuur

Slide 3 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht: 
  • Lees de tekst. 
  • Vul de argumentatiestructuur in. 
Let op: het standpunt en één subargument zijn al ingevuld.  

Tip: zet haken om de argumenten in de tekst. Daarna pas in een structuur zetten. 
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2

Slide 5 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2

Slide 6 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Les 21, argumentatieschema

Slide 7 - Diapositive

Les 21: Argumentatieschema
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.

3 typen: 
1. Kenmerken
2. Vergelijking
3. Causaliteit

Slide 8 - Diapositive

Pak je aantekeningen van les 21 erbij en vul dit schema in. 
Type schema
Uitleg
Kritische vraag!
Kenmerken
Vergelijking
Causaliteit
timer
6:00

Slide 9 - Diapositive

1. Kenmerken
  • kenmerken
  • voorbeelden
  • voor- en nadelen
Kritische vraag: 
  • Is het wel kenmerkend?

2. Vergelijking
  • vergelijking
Kritische vraag:
  • Zijn er ook verschillen? 
  • Zijn die groter dan de overeenkomsten? 

Slide 10 - Diapositive

 3.  Causaliteit 
  • oorzaak en gevolg
  • doel-middelrelatie

Kritische vraag: 
  • Leidt de oorzaak wel tot het gevolg?
  • Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken?

Slide 11 - Diapositive

Oefenen met argumentatieschema. 

Schrijf je meerkeuzeantwoord op. 

Slide 12 - Diapositive

Wij komen nooit meer op tijd, deze file staat tot Utrecht
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 13 - Quiz

Als je griep hebt, moet je daar eerst zelf wat aan proberen te doen voordat je naar de dokter gaat. Zo voel ik me al een stuk beter als ik een paar paracetamols neem.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 14 - Quiz

Om de gezondheid van leerlingen te verbeteren, zouden scholen meer sportactiviteiten moeten organiseren.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 15 - Quiz

De prijzen voor kaartjes van voetbalwedstrijden zijn dit jaar bijna niet gestegen. Ik verwacht dan ook niet dat de tickets voor theatervoorstellingen duurder zullen worden.
A
kenmerken
B
causaliteit
C
vergelijking

Slide 16 - Quiz

Communiceren doe je samen 2
Les 22, drogredenen

Slide 17 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Les 22: drogredenen

Wat is een drogreden? 
  • Een discussiefout / een verkeerde argument / een debattruc
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Les 22: drogredenen
  • 1. autoriteitsargument
  • 2. Vals dilemma
  • 3. Overhaaste generalisatie
  • 4. Verkeerde vergelijking
  • 5. De persoonlijke aanval
  • 6. Het ontduiken van bewijslast
  • 7. Cirkelredenering
  • 8. Het vertekenen van een standpunt
  • 9. Het bespelen van publiek 
Maak opdracht 2 op de achterkant van je blad. 
timer
6:00

Slide 19 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Opdracht bespreken
1. "De burgemeester zegt dat er geen problemen zijn met de veiligheid in de stad, dus we kunnen haar niet tegenspreken." 
  •  autoriteitsargument
2. "We moeten ofwel een strengere lockdown invoeren, ofwel alles opnieuw in chaos laten eindigen." 
  • vals dilemma
3. "Als we nu geen belastingverlaging doorvoeren, zal ons land net zo slecht worden als dat arme, failliete land in Afrika."
  • verkeerde vergelijking

Slide 20 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Opdracht bespreken
4. "Mijn vriendin is vegetarisch en heeft geen energie, dus vegetariërs hebben altijd een tekort aan energie." 
  • overhaaste generalisatie 
5. "Je kunt wel zeggen dat mijn theorie niet klopt, maar jij kunt niet bewijzen dat de mijne niet waar is." 
  • ontduiken van bewijslast
6. "We weten allemaal dat deze wet werkt, omdat iedereen zegt dat deze wet het probleem oplost."
  • cirkelredenering

Slide 21 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken + stijlfiguren

Slide 22 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
AFSLUITDIJK
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken,
onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar 't een droom, in 't glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.
2015, M. Vasalis, Roden

Slide 23 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Bespreken
3 vragen over het volgende gedicht:

1. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
  • 3 delen:
  • de bus rijdt ...
  • Vóór mij de ...
  • Dan zie ik ... 

Slide 24 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Bespreken
2. Zoek de volgende stijlfiguren:
  • Vergelijking met verbindingswoord:
  • De bus rijdt als een kamer door de nacht
  • Hyperbool:
  • De dijk is eindeloos (maar hij eindigt natuurlijk wel)
  • Personificatie: 
  • De zee, getemd maar rusteloos
  • Synesthesie: 
  • Schijnt zacht
  • Paradox: 
  • De zee, getemd maar rusteloos (dus een personificatie en paradox!)
  • Antithese (2x):
  • Er is geen einde en geen begin;
  • Geen toekomst en geen verleden.

Slide 25 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
AFSLUITDIJK
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken,
onschuldig op elkanders schouder slapen.

Dan zie ik plots, als waar 't een droom, in 't glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.
2015, M. Vasalis, Roden
timer
8:00

Slide 26 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Bespreken
Vraag 3. Betekenis gedicht. 
  • De schrijver maakt een rit met de bus over de afsluitdijk. Een lange dijk die ook met de bus een tijdje duurt. Het lijkt alsof de dijk eindeloos lang is. Links en rechts ligt de zee.
  • De schrijver ziet verschillende beelden: van matrozen die in de bus zitten en op elkaars schouder slapen. Of hij ziet zijn eigen spiegelbeeld in het raam (zie strofe 3).
  • De schrijver voelt zich alsof hij zichzelf kwijtraakt. De schrijver gebruikt 'verdrinken'. Dan noemt de schrijver dat de bus plotseling een bocht maakt. Misschien: een bocht als metafoor voor hoe het leven ook ineens kan veranderen. 

Slide 27 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2


Gedicht Denkend aan Holland door Hendrik Marsman (1941)

Slide 28 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan,
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband,
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Slide 29 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2


Gedicht Denkend aan Holland door Hendrik Marsman (1941)

Gedicht Denkend aan Holland door Betje Sonneveld (2012)

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Gedicht Denkend aan Holland door Hendrik Marsman (1941)

Gedicht Denkend aan Holland door Betje Sonneveld (2012)

Welk stijlfiguur dat hoort bij 'spot' komt bij je op? 
  • Parodie > een ander werk nadoen en iets toevoegen/veranderen.

Slide 32 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2


Analyseer het gedicht 'Denkend aan Holland' uit je oefenboek pg 153. 
Als je een gedicht analyseert, geef je antwoord op de volgende vragen: 
  • Hoeveel strofen kent het gedicht? 
  • Welke stijlfiguren zie ik terug? 
  • Wat is een betekenis van het gedicht? 

Slide 33 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Les 19: overtuigen
  • waarderende en feitelijke uitspraken
  • Argumenteren
  • Standpunt
  • Argumenten
  • Argumentatie/ betoog/ redenering

 Les 20: argumentatiestructuur
  • Enkelvoudig
  • Onderschikkend
  • Nevenschikkend afhankelijk
  • Nevenschikkend onafhankelijk
  • Verzwegen argument
Les 21: argumentatieschema
  • 1. Kenmerken
  • 2. Vergelijking
  • 3. Causaliteit

Les 22: drogredenen
  • Drogredenen
  • 1. autoriteitsargument
  • 2. Vals dilemma
  • 3. Overhaaste generalisatie
  • 4. Verkeerde vergelijking
  • 5. De persoonlijke aanval
  • 6. Het ontduiken van bewijslast
  • 7. Cirkelredenering
  • 8. Het vertekenen van een standpunt
  • 9. Het bespelen van publiek 

Slide 34 - Diapositive

Begrippen uit deze les
  • Herhaling les 21, 22
  • Stijlfiguren a.d.h.v. gedicht

Slide 35 - Diapositive