nabespreking voorstelling

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Antwoorden
L —> lesbisch (vrouwen die op vrouwen vallen)
H —> homo (mannen die op mannen vallen)
B —> biseksueel (mensen die zich aangetrokken voelen tot zowel mannen als
vrouwen)
T —> transgender (iemand met een genderidentiteit die niet overeenkomt met
het biologische geslacht)
I —> intersekse (mensen die geboren zijn met zowel mannelijke als vrouwelijke
geslachtskenmerken)
Q —> queer (queer is een parapluterm voor onder andere homoseksualiteit
en/of travestie en ook non-binaire mensen identificeren zich vaak als queer. De
term is meestal bedoeld om zich af te zetten tegen de standaard heteronorm en
trekt tegelijkertijd elk mogelijk hokje in twijfel).

Slide 3 - Diapositive

Waar staat lhbtiq+ voor
A
Lesbisch, hetero, bi, trans, intersex, queer/questioning
B
Lesbisch, homo, bi, trans, intersex, queer/questioning
C
Liberté, égalité, fraternité
D
Lesbisch, hetero, bipolair, trans, intersex, queer/questioning

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel mensen zijn lesbisch, homoseksueel of biseksueel (LHB)?
A
1 op de 30
B
1 op de 20
C
1 op de 50

Slide 6 - Quiz

Hoeveel mensen zijn intersekse
A
1 op de 1000
B
1 op de 500
C
1 op de 200

Slide 7 - Quiz

Hoeveel procent van de mensen in Nederland voelt zich genderfluïde of queer?
A
1%
B
4%
C
7%

Slide 8 - Quiz

Hoeveel mensen in Nederland identificeren zichzelf niet met het geslacht waarmee ze geboren zijn?
A
75.000
B
100.000
C
120.000

Slide 9 - Quiz

Wie kunnen er uit de kast komen?
A
homo’s, lesbiennes en biseksuele mensen
B
transgenders
C
lle LHBTIQ+’ers

Slide 10 - Quiz

LHBTIQ+ jongeren kunnen zich vaker eenzaam en onbegrepen voelen. Wat helpt deze jongeren om dat gevoel te kunnen verminderen?
A
Contact met andere LHBTIQ+’ers
B
Openlijk kunnen praten met vrienden
C
Op tijd uit de kast komen

Slide 11 - Quiz