Woordenschat les 4 - oefen SO + evaluatie les

Woordenschat
Zorg dat er een laptop en een woordenboek op je tafel liggen.
Start de laptop op.
Pak je boekje, een nakijkpen en je agenda.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat
Zorg dat er een laptop en een woordenboek op je tafel liggen.
Start de laptop op.
Pak je boekje, een nakijkpen en je agenda.

Slide 1 - Diapositive

Aanmelden SOMtoday
Ben je in de klas?
Spullen bij je?
Huiswerk af?
Boek controle

Slide 2 - Diapositive

Doelen van de vorige les
Je weet wat een omschrijving/definitie is.
Je kunt een omschrijving/definitie vinden in de tekst. 

Slide 3 - Diapositive

Nakijken opdr. 1 + 2 (les 3)

Slide 4 - Diapositive

Invullen opdracht 4 les 3

Slide 5 - Diapositive

Doelen van deze les
Aan het eind van de les weet je waar je staat en weet je wat je nog moet voorbereiden voor het SO.

Slide 6 - Diapositive

Plannen SO
SO woordenschat les 1 - 2 - 3
Leer de theorie uit het boekje, bekijk alle opdrachten 4 nog eens goed.

Slide 7 - Diapositive

een woord dat hetzelfde betekent
het woord wordt uitgelegd in de tekst
er worden voorbeelden genoemd in de tekst
het woord betekent precies het tegenovergestelde
je kunt een deel van het woord herkennen uit bijvoorbeeld een andere taal
Synoniemen
omschrijving of definitie
voorbeeld
herkennen van woorden
de tegengestelde betekenis

Slide 8 - Question de remorquage

Zoek in het woordenboek het woord:
Punctualiteit

Slide 9 - Question ouverte

zoek in het woordenboek:
macropsie

Slide 10 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
dociliteit

Slide 11 - Question ouverte

Het synoniem van 'kolossale' is?
A
enorme
B
alleen
C
proef
D
eigenschap

Slide 12 - Quiz

Het synoniem van 'placebo' is?
A
geven
B
bewezen
C
nepmedicijn
D
vaker

Slide 13 - Quiz

Het synoniem van 'effect' is?
A
bewezen
B
uitkomst
C
manier
D
vaker

Slide 14 - Quiz

Wat is het synoniem van 'ravage' in de volgende zin?

De inbrekers hadden niets gestolen, maar wel een ravage achtergelaten. Nu moeten we de puinhoop opruimen.

Slide 15 - Carte mentale

Een synoniem kun je vinden
A
tussen komma's
B
tussen haakjes
C
in dezelfde, volgende of vorige zin
D
antwoord A, B, C zijn allemaal goed.

Slide 16 - Quiz

Wat is een omschrijving/definitie?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de omschrijving van 'emigreren' in de volgende zin?

Sommige Nederlandse auteurs emigreren. Ze verhuizen naar een ander land, omdat ze hopen dat ze daar beroemd worden.
A
verhuizen naar een ander land
B
hopen dat ze beroemd worden
C
Nederlandse auteurs

Slide 18 - Quiz

Wat is de omschrijving van 'minuscule' in de volgende zin?

De zanger wilde niet optreden, omdat hij een minuscule spin op het podium had zien lopen. Door dat ontzettend kleine beestje ging het concert niet door.
A
beestje
B
kleine beestje
C
ontzettend kleine beestje
D
concert

Slide 19 - Quiz

Wat is de omschrijving van 'gerangschikt' in de volgende zin?

Thomas heeft zijn verzameling handtekeningen van bekende mensen gerangschikt (op volgorde gelegd) van oud naar nieuw.

Slide 20 - Question ouverte

Ik denk dat ik het SO goed ga maken.
Ja
Ja, maar ik moet nog wel gaan leren
mwah...
Nope

Slide 21 - Sondage

Ik vond het zelf evalueren van de lessen in mijn werkboekje handig.
ja
mwah
nee

Slide 22 - Sondage

Ik weet nu beter wat ik nog moet leren voor het SO
ja
ik denk het
nee

Slide 23 - Sondage