Voorzetsels landennamen en steden: le voyage de rêve

Bonjour tout le monde!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Diapositive

Voorzetsels landennamen en steden

Slide 2 - Diapositive

Lidwoord voor landennamen
In het Nederlands komt voor de namen van landen geen lidwoord (geen de of het). Wij zeggen gewoon Nederland, Marokko, Turkije, Bulgarije.

In het Frans komen er wel lidwoorden voor landen.

Slide 3 - Diapositive

Lidwoord voor landennamen
Dit heeft uiteraard weer te maken met mannelijk/vrouwelijk.
Je kijkt bij landen in het Frans naar de laatste letter om te zien of het mannelijk of vrouwelijk is,
Landen die eindigen op een e -> vrouwelijk (La France)
Landen die eindigen op een s (x) -> meervoud (Les Pays-Bas = Nederland)
Landen die niet op een e of s eindigen -> mannelijk (Le maroc)


Slide 4 - Diapositive

Lidwoorden voor landennamen
Mannelijke landen krijgen Le -> Le Canada
Vrouwelijke landen krijgen La -> La Belgique
Landen enkelvoud die beginnen met klinker/stomme h krijgen L' -> L'Allemagne (Duitsland)
Landen in meervoud -> Les États-Unis (Verenigde Staten) 
-> Les Pays-Bas (Nederland) 

Slide 5 - Diapositive

Kies het juiste lidwoord. Type alleen het lidwoord. Kies uit le, la, l', les
.... France (Frankrijk)

Slide 6 - Question ouverte

Kies het juiste lidwoord. Type alleen het lidwoord. Kies uit le, la, l', les
.... Canada (Canada)

Slide 7 - Question ouverte

Kies het juiste lidwoord. Type alleen het lidwoord. Kies uit le, la, l', les
.... Maldives (Maldiven)

Slide 8 - Question ouverte

Kies het juiste lidwoord. Type alleen het lidwoord. Kies uit le, la, l', les
.... Suède (Zweden)

Slide 9 - Question ouverte

Kies het juiste lidwoord. Type alleen het lidwoord. Kies uit le, la, l', les
...Algérie (Algerije)

Slide 10 - Question ouverte

Voorzetsels bij landen en steden
Als je wilt zeggen dat je in een land ben of ergens (stad/land) naar toe gaat gebruik je de voorzetsels in en naar.
In het Frans hangt dat af van het land of de stad.

Voorzetsels voor steden:
Voor een stad/dorp vertaal je in en naar altijd met à.
Je vais à Paris
il habite à Rotterdam

Slide 11 - Diapositive

Voorzetsels voor landen
Voor een land of werelddeel vertaal je in en naar met au, en of aux. Welke je gebruikt hangt af van mannelijk, vrouwelijk en meervoud.
Mannelijke landen enkelvoud -> au
Nous allons au Maroc.
Vrouwelijke landen enkelvoud -> en
Ankara est en Turquie.
Mannelijke landen enkelvoud die beginnen met klinker/stomme h  -> en
Je vais en Ecuador
Landen in meervoud ->
New York est aux États-Unis.

Slide 12 - Diapositive

Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Joure
Pays-Bas
Oosterwolde
Suède
Sénégal
Maroc
Angleterre
États-Unis

Slide 13 - Question de remorquage

Kies het juiste voorzetsel. Type alleen het voorzetsel. Kies uit à, au, en, aux.
.... Norvège (Noorwegen)

Slide 14 - Question ouverte

Kies het juiste voorzetsel. Type alleen het voorzetsel. Kies uit à, au, en, aux.
.... Japon (Japan)

Slide 15 - Question ouverte

Kies het juiste voorzetsel. Type alleen het voorzetsel. Kies uit à, au, en, aux.
... Russie (Rusland)

Slide 16 - Question ouverte

Kies het juiste voorzetsel. Type alleen het voorzetsel. Kies uit à, au, en, aux.
.... Alaska (Let op is geen stad)

Slide 17 - Question ouverte

Kies het juiste voorzetsel. Type alleen het voorzetsel. Kies uit à, au, en, aux.
.... Casablanca

Slide 18 - Question ouverte

Kies het juiste voorzetsel. Type alleen het voorzetsel. Kies uit à, au, en, aux.
... Pays-Bas (Nederland)

Slide 19 - Question ouverte

Even handig: le passé composé
" Ton voyage de rêve" is al geweest. Tijdens je mondeling gebruik je voornamelijk de passé composé.

Slide 20 - Diapositive

Présent / passé composé (être/avoir)
Ik ben geweest
Jij bent
Hij is
Zij heeft
Men heeft gehad
Wij hebben gehad
Jullie hebben 
Zij zijngeweest
Tu es
Elle a
il est
J'ai été
Elles ont été
Vous avez
On a eu
Nous avons eu

Slide 21 - Question de remorquage

Maak een zin met een passé composé.
ma
soeur
a
une
chanson
chanté

Slide 22 - Question de remorquage

c'est fini

Slide 23 - Diapositive

Daar kan je verder oefenen!
- ga naar verbuga.eu en oefen met de  onregelmatige ww (avoir, être, faire, aller) en de regelmatige ww op -er (donner, habiter enz.)
in de présent + passé composé

Slide 24 - Diapositive

C'est fini!

Slide 25 - Diapositive