• In een HZ staan pv en onderwerp
altijd bij elkaar.
• In een BZ staan pv en onderwerp meestal uit elkaar of je kunt er een woord tussen plaatsen.
•In de BZ staat vaak het voegwoord, in HZ nooit
• In de BZ staat het werkwoord vaak achteraan, in de HZ vooraan.
• Alleen HZ kan het werkwoord links van het onderwerp hebben.