Les 3 §3.3 Politieke partijen

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Terugblik: wat weten jullie nog van Politieke stromingen?
  • Korte uitleg soorten politieke partijen
  • Opdracht: welke politieke partij past bij jou?

Slide 2 - Diapositive

Hoofdvraag:
Op welke partij zou jij stemmen?


Lesdoelen 
  • Je kan benoemen welke soorten partijen er zijn.
  • Je kan benoemen wat de belangrijkste  functies van een politieke partij zijn.
  • Je denkt na welke politieke partij het beste bij jou past.
Vaktaal:

  • Conservatief & progressief 
  • One-issue partij
  • Actie groepen 
  • Belangengroepen 
  • Politieke partijen 
  • Functies politieke partijen 

Slide 3 - Diapositive

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 4 - Quiz

Een rechtse partij
A
benadruk vrijheid en een actieve overheid
B
benadrukt vrijheid en een passieve overheid
C
Vinden dat de welvaart verdeeld moet worden
D
vindt vooral gelijkheid belangrijk

Slide 5 - Quiz

Wat is liberalisme?
A
Mensen die strijden voor gelijke rechten.
B
Mensen die voor vrijheid gaan
C
Mensen die de kerk belangrijk vinden.
D
Mensen die voor vrouwen opkomen

Slide 6 - Quiz

Het socialisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 7 - Quiz

Het confessionalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Politieke partijen die minder verandering willen. Minder belasting betalen.

Slide 8 - Quiz

Progressief vs conservatief 
Progressief: vooruitstrevend. Partijen die dingen willen veranderen. 
Conservatief: behoudend. Partijen die dingen willen houden, zoals ze vroeger waren. 

Het homo huwelijk & abortus was verboden, maar dit is niet meer het geval. Is dit conservatief of progressief? 

Slide 9 - Diapositive

De schooldag moet starten met het hijsen van de Nederlandse vlag en het zingen van het Wilhelmus.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 10 - Quiz

Homoseksuelen zouden geen kinderen mogen adopteren.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 11 - Quiz

Zwarte Piet is racisme.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 12 - Quiz

De euthanasie regeling mag niet verder versoepeld worden.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 13 - Quiz

De beste manier om het file probleem tegen te gaan is gratis openbaar vervoer.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 14 - Quiz

3. Soorten politieke partijen

Slide 15 - Diapositive

Politieke partij
Een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit zou moeten zien. 
Elke partij wil zoveel mogelijk zetels. Waarom?

Slide 16 - Diapositive

1

Slide 17 - Diapositive

2

Slide 18 - Diapositive

One-issue-partijen

One-issue-partijen stellen één aspect van de samenleving centraal. 


3

Slide 19 - Diapositive

Niet-democratische partijen
  • Wijzen een democratische staatsvorm af.
  • Fascistische / rechts-extremistische partijen.
  • Sterk nationalistisch


Doen in Nederland niet mee aan de verkiezingen.

4

Slide 20 - Diapositive

Wat is een voordeel van een niet democratische partij?

Slide 21 - Question ouverte

Functies politieke partijen
1. Samenbundeling Ideeën:  partijprogramma

2. Informeren: eigen mening vormen 

3. Participatie: invloed burgers 

4. Selectie: kandidaten zoeken

Slide 22 - Diapositive

1. Ga naar "stemwijzer" via google. 
2. Kom aan de hand van 30 stellingen achter jouw politieke favoriete politieke partij.
3. Snap je een stelling niet? Klik op meer weten / check "wat vinden de partijen" of vraag ChatGPT om het simpel uit te leggen
AAN DE SLAG!
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

lesdoelen
  1. Je weet het verschil tussen politieke partijen, belangengroepen en actiegroepen
  2. Je denkt na welke politieke partij het beste bij jou past.
  3. Je kan benoemen wat de belangrijkste functies van een politieke partij zijn.
  4. Je kan benoemen welke soorten partijen er zijn.

Slide 24 - Diapositive

De VVD is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 25 - Quiz

Forum voor Democratie is een ... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 26 - Quiz

50PLUS is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 27 - Quiz

EINDE LES

Slide 28 - Diapositive