1.2 - Met wie ben je verbonden?

1.2 - Met wie ben je verbonden?
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.2 - Met wie ben je verbonden?

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Vier soorten verbindingen tussen jou en anderen
- Economische binding
- Kennisbinding
- Gevoelsbinding
- Politieke binding

Sociale cohesie

Slide 2 - Diapositive

Kennen en kunnen vragen
  • Je kunt omschrijven welke vier verschillende soorten bindingen er zijn.
  • Je weet waarvoor economische bindingen zijn en met wie je deze hebt.
  • Je weet waarvoor kennisbindingen zijn en met wie je deze hebt
  • Je weet waarvoor gevoelsbindingen zijn en met wie je deze hebt.
  • Je weet waarvoor politieke bindingen zijn en met wie je deze hebt.
  • Je kunt uitleggen waarom je meestal meer bindingen hebt met personen en hier voorbeelden bij geven.
  • Je kunt het verschil tussen polarisatie en sociale cohesie benoemen.
  • Je kunt beargumenteren wat voor een land positiever is, polarisatie of sociale cohesie.



Slide 3 - Diapositive

Welke binding denk jij dat het belangrijkste is voor jou?
Economische binding
Kennisbinding
Gevoelsbinding
Politieke binding

Slide 4 - Sondage

Economische binding
- Verbindingen met mensen die jou van geld, spullen of onderdak voorzien (levensonderhoud)

- Je ouders, je baas, kledingmakers, boeren etc.

Slide 5 - Diapositive

Kennisbinding
Alle mensen die jou iets (nuttigs) leren.

- Ouders, docenten, vloggers, content creators, schrijvers

- Jij kan anderen ook dingen leren voor een kennisbinding

Slide 6 - Diapositive

Gevoelsbinding
Emotionele verbinding met bijvoorbeeld vrienden, familie, geliefden en andere mensen die dichtbij je staan.


Gevoelsbinding kan grote impact hebben op je leven

Slide 7 - Diapositive

Politieke binding
Hoe afhankelijk ben jij van de overheid?
- Ziekenhuizen
- Wegen (veiligheid)
- Publieke orde (politie)
- Onderwijs

Slide 8 - Diapositive

Sociale cohesie
Hoe verbonden zijn 'wij'?
Goede sociale cohesie
Er is een 'wij' gevoel
Slechte sociale cohesie
Er is geen 'wij' gevoel
(Polarisatie)

Slide 9 - Diapositive

Ik heb de verschillende bindingen goed begrepen
110

Slide 10 - Sondage

Sociale cohesie en polarisatie kan ik goed in mijn eigen woorden uitleggen
010

Slide 11 - Sondage

Zelf werken
Opdracht van paragraaf 1.2

Slide 12 - Diapositive

1.2 - Met wie ben je verbonden?

Slide 13 - Diapositive

planning
Herhalingsvragen
bodem-loze put syndroom
Aan de slag
Planning
  • Controle opdrachten 1.1 & 1.2
  • Uitwerken kennen en kunnen 1.1 & 1.2
  • Controle uitwerking kennen en kunnen 1.1 & 1.2 
  • einde les 

Slide 14 - Diapositive

timer
0:30
Noem een Gedragsregel.

Slide 15 - Carte mentale

timer
0:30
Noem een wet

Slide 16 - Carte mentale

Welke vier soorten bindingen zijn er?

Slide 17 - Question ouverte

Leg uit wat een kennisbinding is en geef een voorbeeld.

Slide 18 - Question ouverte

Met je familie heb je (vooral) een...
A
Kennisverbinding
B
Gevoelsverbinding
C
Economische verbinding
D
Politieke verbinding

Slide 19 - Quiz

Je haalt al jaren elke vrijdag een patatje bij de snackbar op de hoek. Van welke twee soorten bindingen is hier sprake?

Slide 20 - Question ouverte

Met welke soort binding heeft sociale cohesie vooral te maken?

Slide 21 - Question ouverte

Wat hebben de begrippen 'wij-gevoel' en 'sociale cohesie' met elkaar te maken?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is polarisatie?
A
Het ongelijk behandelen van een groep mensen. Soort van discriminatie.
B
Groepen mensen komen steeds meer tegenover elkaar te staan.
C
Mensen die bevriend zijn
D
Mensen die zich verbonden met elkaar voelen.

Slide 23 - Quiz

Leg uit wat polarisatie is?

Slide 24 - Question ouverte

In een dorp is vaak meer sociale cohesie dan in een grote stad?

Slide 25 - Question ouverte

Welke stelling is juist?
Polarisatie:

A
vindt altijd plaats tussen groepen die uit verschillende culturen afkomstig zijn
B
vond twintig jaar geleden nog niet plaats
C
vindt vooral plaats binnen jongerenculturen
D
kan plaatsvinden wanneer een duidelijke wij-groep en zij-groep is

Slide 26 - Quiz

Welke binding mist in de volgende video?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Vidéo

Welke binding mistte in de video?

Slide 29 - Question ouverte