Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke woordsoorten ken je nog (bv. werkwoord)?
Slide 2 - Carte mentale
Kan je een voorbeeld geven van een werkwoord (ww)? bv.: Ik wandel in de Meersen. => wandel = ww
Slide 3 - Question ouverte
Ken jij de drie verschillende soorten ww?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Kan jij de drie verschillende lidwoorden opsommen?
Slide 6 - Question ouverte
Er zijn twee bepaalde lidwoorden en één onbepaald. Weet jij nog wat het onbepaalde lidwoord is?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Kan jij voorbeelden geven van een zelfstandig naamwoord (zn) ? bv. : Er zijn veel vogels in de Meersen. => vogels = zn Die leven in vrijheid tussen de bomen. => vrijheid = zn
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een telwoord. Bv.: Ik heb twee fietsen. => twee = tw