Spijsvertering

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Spijsvertering

Spijsvertering

Na deze les kan je

Beschrijven uit welke organen het spijsverteringsstelsel bestaat en welke functie deze hebben.

Kan je voorbeelden geven pathologie die bij deze organen past.

Opdracht

In twee of drietallen teken je het spijsverteringsstelsel en geef je weer wat waar gebeurt.

Maak deze opdracht op basis van wat je al weet.

Neem hier ongeveer een 15 de tijd voor. 

Mond

• Kauwen
• Speeksel
• Huig
• Strottenhoofd
• Strottenklepje

Slokdarm

• Spieren die samentrekken en ontspannen (peristaltiek)
• Zorgt voor voedseltransport
• Verbinding tussen mond en maag
  
  
• Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag

Maag

• Elastische gespierde zak
• Kan uitzetten en krimpen
• Bewaren en bewerken van voedsel totdat het naar de darmen kan

Functies:

• Verder kneden en fijnmaken van voedsel
• Afbreken van eiwitten en vetten
• Doden van bacteriën

Twaalfvingerige darm

• Bovenste gedeelte van de dunne darm
  
• Even lang als 12 vingers (+/- 30 cm)
  
• Voedsel wordt verder verteerd (sappen uit de alvleesklier en de lever/galblaas)
• Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes
  
• Na inwerking van de sappen is het voedsel verdeeld in de kleinst mogelijke deeltjes. Dit is nodig voor opname in het bloed.
  

Darmen

Dunne darm:

• Bestaat uit twaalfvingerige darm, nuchtere darm en kronkeldarm. 
• Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
  
• Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
  
• In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op
  
• De voedingsstoffen gaan via het bloed van de dunne darm -> poortader -> lever
  

Darmen

Dikke darm:

• Ongeveer 1,5 meter lang. Bestaat uit blinde darm, dikke darm, endeldarm
• Veel bacteriën (Darmflora) -
• Laatste voedingsstoffen worden opgenomen
• Er wordt veel vocht onttrokken
• Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm vervoerd (met aan het einde de anus)

Endeldarm en anus

• Verzamelplaats voor ontlasting
  
• Spieren worden in reflex samengetrokken (ontlasting verlaat lichaam via anus)
  
• Anus wordt afgesloten met kringspier
  

Lever

• Heeft wel een belangrijke rol bij de spijsvertering.
• Bestaat uit 2 kwabben, allemaal kleine leverkwabjes met daarin levercellen
  
• Functioneert als een chemische fabriek. 
• Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
  
• Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
  
• Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. 
• Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
  
• Maakt giftige stoffen onschadelijk. 

Lever

Alvleesklier

• Scheidt alvleeskliersap af om eiwitten, vetten en zetmeel te verteren & schakelt zuur van de maag uit
  
• Scheidt hormonen insuline en glucagon af. Regelen bloedsuikerspiegel in lichaam.
  

Functies spijsvertering

• Voedsel opnemen (via de mond)
  
• Voedsel fijnmaken (kauwen)
  
• Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  
• Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  
• Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  
• Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)
  

www.lessonup.com