Weektaak Wiskunde week 17 (7.1 en 7.2 herhalen)

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs

 Aan het eind van de les heb ik paragraaf 7.1 en 7.2 herhaald

 7.1 en 7.2.herhalen

Welke opdrachten je moet maken zie je later in de les.

Kan ik antwoord geven op het doel

Aan het eind van de les weet ik hoe ik met behulp van een verhoudingstabel rprocenten kan berekenen.

Foto´s van paragraaf 7.2

LET OP!

Voordat je aan de les van deze week begint moet je eerst nog even iets doen.

1. Controleer of je het werk van afgelopen week al af hebt. De les staat nog in LessonUpp open.
2. Als je het af hebt, stuur mij dan via de mail foto´s van je gemaakte werk.
3. Als je het nog niet af hebt, zorg dan dat je dat eerst af maakt en foto´s naar mij stuurt voordat je aan het nieuwe werk begint.
   Als dit niet lukt, mail mij dan even en dan overleggen we!!
   
   

Het gaat om opdracht van 17,18,19,20,23 en 25 H7

Vorige les kort herhaleb

Vorige week heb je aan paragraaf 7.2 gewerkt.

Op de volgende pagina´s komen kort wat 

vragen hierover.

Succes! 

Hoe zijn ze opdrachten van de vorige les gegaan?

Nog even ter controle: heb je foto´s van je uitwerkingen van afgelopen week naar Naomi gemaild? :)

En nu ga je paragraaf 7.1 en 7.2 herhalen. 

In paragraaf 7.1 heb je geoefend met het rekenen met procenten en breuken. En bij paragraaf 7.2 heb je geleerd hoe je nou eigenlijk kan rekenen met procenten en bijvoorbeeld verhoudingstabellen.

Hierna komen er enkele vragen en uitleg stukjes over deze onderwerpen

Wat betekent procent?
%

1. van de honderd
2. van de duizend

Breuken en procenten. Deel 1

Hoe reken je nou eigenlijk van breuken naar procenten. Bijvoorbeeld ik wil weten hoeveel procent         is. Maar hoe reken ik dat eigenlijk uit....

Procenten betekent van de 100, dus je wilt        deel van 100% weten.

De som die je dan uitrekent is 100% : 4 = 25 %

Maar wat als ik dan        als procenten wil weten? 

​4​​1​​

​4​​1​​

​4​​2​​

Breuken en procenten. Deel 2

Maar wat als ik dan         als procenten wil weten? 

Dan moet je eerst weten wat      in procenten is.

Dat hebben we net uitgerekend. Dat is namelijk 100% : 4 = 25 %

     is dan 2 keer de uitkomst van       in procenten. 

Dus de som die je dan uitrekent is 2 x 25% = 50%

     is dus 50%

​4​​1​​

​4​​2​​

​4​​2​​

​4​​1​​

​4​​2​​

hoeveel procent is dat?

​5​​1​​

1. 50%
2. 5%
3. 20%
4. 15%

Uitleg bij de vraag

Hieronder staat de uitwerkingen van de vraag:           Hoeveel procent is dat?

Procenten betekent van de 100, dus je wilt        deel van 100% weten.

De som die je dan uitrekent is 100% : 5 = 20 %

​5​​1​​

​5​​1​​

hoeveel procent is dat?

​5​​2​​

1. 25%
2. 40%
3. 20%
4. 10%

Uitleg bij de vraag

Hieronder staat de uitwerkingen van de vraag:           Hoeveel procent is dat?

Dan moet je eerst wat      in procenten is. Dat heb je net uitgerekent. 

Dat is namelijk 20%. 

Maar nu willen we       weten. Dan moet je dus de uitkomst van       x 2 doen.

De som die je dan uitrekent is 2 x 20 % = 40%

​5​​1​​

​5​​2​​

​5​​2​​

​5​​1​​

hoeveel procent is dat?

​20​​1​​

1. 5%
2. 20%
3. 12%

Uitleg bij de vraag

Hieronder staat de uitwerkingen van de vraag:           Hoeveel procent is dat?

Procenten betekent van de 100, dus je wilt         deel van 100% weten.

De som die je dan uitrekent is 100% : 20 = 5 %

​20​​1​​

​20​​1​​

Uitleg bij de vraag die hierna komt!

           Hoeveel procent is dat?

Dan moet je eerst weten wat        in procenten is. Dat heb je net uitgerekent.

Dat is namelijk 5 %.

Maar nu willen we         weten. Dan moet je dus de uitkomst van        x 4 doen.

De som die je dan uitrekent is 4 x 5 % = ?????

​20​​1​​

​20​​4​​

​20​​4​​

​20​​1​​

hoeveel procent is dat?

​20​​4​​

1. 24%
2. 20%
3. 4%
4. 42

Procenten berekenen met verhoudingstabel

In een park hangen 240 nestkastjes.In 74,6 % van de kastjes broeden vogels. 

Hoeveel nestkastjes zijn dat eigenlijk? 

Hiernaast staat stap voor stap een uitleg van deze vraag. Maar op de volgende pagina staat het ook stap voor stap uitgewerkt.

Tussendoor worden er ook vragen gesteld.

Als er in totaal 240 nestkastjes hangen in het park. Hoeveel nestkastjes is dan 100%?

Je begint altijd met het maken van een verhou

Procenten	100
Aantal

stap 1. Je begint altijd met het maken van een verhoudingstabel

stap 2. Vul in hoeveel 100% is.
Bij deze opdracht is dat 240 nestkastjes 

De vraag:
In een park hangen 240 nestkastjes.In 74,6 % van de kastjes broeden vogels.  

Hoeveel nestkastjes zijn dat eigenlijk? 

Procenten	100
Aantal	240

stap 3. Hoeveel procent wil je weten? Vul dat achteraan bij procenten in. Bij deze opdracht is dat 74,6 %

Procenten	100		74,6
Aantal	240

stap 4. Bovenin de tabel weet je nu al 2 getallen.
 Daartussen moet dan de 1 komen. 

Procenten	100	1	74,6
Aantal	240

5. Nu kan je met pijlen uitrekenen hoeveel nestkastjes 74,6% is. 

De pijlen boven de tabel: 

Bij de pijl van 100 naar 1 moet : 100 komen te staan.

Bij de pijl van 1 naar 74,6 moet x 74,6 komen te staan

Procenten	100	1	74,6
Aantal	240

Nu weet je wat er bij de pijlen boven de tabel moet. Maar wat moet er dan bij de pijlen onder de tabel?

1. Weet ik niet
2. Hetzelfde want het is een verhoudingstabel
3. bij de ene delen door 100 en bij de andere keer 74,6
4. Bij de ene delen door 74,6 en bij de andere keer 100

Hieronder staat de tabel met de juiste bijbehorende pijlen

Procenten	100	1	74,6
Aantal	240

: 100

x 74,6

: 100

x 74,6

En nu de ingevulde tabel
met het antwoord op de vraag.

Procenten	100	1	74,6
Aantal	240	2,4	179,04

: 100

x 74,6

: 100

x 74,6

Conclusie:

74,6 % van de 240 nestkastjes 

is dus 179 nestkastjes. 

LET OP: Je rond je antwoord af.

Hoeveel nestkastjes zijn er bebroed in het park?

1. 179,04
2. 240
3. 179
4. 24

​4​​1​​

​10​​2​​

​5​​3​​

​14​​7​​

​3​​1​​

20%

25 %

60 %

50%

33,33%

En nu?

Je hebt nu paragraaf 7.1 en 7.2 herhaald.

Nu ga je nog enkele opdrachten uit je boek maken.

Welke je moet maken zie je op de volgende pagina.

Aan de slag

KGT: opdracht  19, 23 en 25 op blz. 57 t/m 59

JE MAG BIJ ALLE OPDRACHTEN JE REKENMACHINE GEBRUIKEN!!! 

Als je vragen hebt: mail dan naar [e-mail]

Kies een vraag uit die je niet zo moeilijk vond. Zet hier neer welke opdracht dat was (bijvoorbeeld: opdracht 1)

Kies een vraag uit die je juist wel moeilijk vond. Zet hier neer welke opdracht dat was (bijvoorbeeld opdracht 2)

Dat was Wiskunde voor deze week

:)