ONO Blok 5 les 5.11 Over taal les 2

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
5:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Diapositive

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Op een zonnige dag mogen de leerlingen van klas 1 een ijsje eten.

Slide 3 - Question ouverte

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:
Op een zonnige dag mogen de leerlingen van klas 1 een ijsje eten.

Slide 4 - Question ouverte

Benoem het onderwerp (ond) in de volgende zin:

Op een zonnige dag mogen de leerlingen van klas 1 een ijsje eten.

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen:
  • Ik begrijp de betekenis van schooltaalwoorden.
  • Ik kan de betekenis van een woord uit de tekst halen.
  • Ik kan de betekenis van een woord vinden door te kijken naar de afbeelding bij een tekst.

Slide 6 - Diapositive

Instructie
Tegenstelling
Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder. Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen. 
Synoniem
Een ander woord met dezelfde betekenis.
Afbeelding bekijken
Een afbeelding kan helpen om de tekst beter te begrijpen. Denk aan een afbeelding bij een instructie. 

Slide 7 - Diapositive

Iedereen weet dat water en olie elkaar afstoten. Dat is...
A
algemeen bekend
B
aangetast
C
experiment
D
concentratie

Slide 8 - Quiz

Als je iets beweert, dan...
A
is het heel precies.
B
zeg je dat iets zo is.
C
eis je iets.
D
is dat het belangrijkste.

Slide 9 - Quiz

Professionele schilders mogen binnen geen olieverf gebruiken.
Wat betekent professionele?
A
probeer uit
B
kan tegen
C
amateur
D
goede en vakkundige

Slide 10 - Quiz

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 233 opdr. 23, 24, 25, 26, 27
  • Zilver: blz. 233, opdr. 23, 24, 25, 26, 27
  • Goud: blz. 233, opdr. 23, 24, 25, 26, 27

Klaar? 
Lees verder in je boek.

timer
30:00

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie leerdoelen

  • Ik begrijp de betekenis van schooltaalwoorden.
  • Ik kan de betekenis van een woord uit de tekst halen.

Weet jij de betekenis van de woorden in het rad?

Slide 12 - Diapositive

Vooruitblik B5 Over Taal
In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.

Slide 13 - Diapositive