4.6 en herhaling dingen met data

4.6 en herhaling
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.6 en herhaling

Slide 1 - Diapositive

Kritisch kijken: Titel /
assen/legenda/ max-min
Wat zie je, wat weet?

Slide 2 - Question ouverte

H4 dingen met data...... Wat heb je geleerd?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe maak je een grafiek?
1. Verzamel gegevens
2. Teken de assen
3. Label de assen
4. Vul de gegevens in

Slide 4 - Diapositive

Bekende temperaturen

Slide 5 - Diapositive

Verschil in temperatuur berekenen
1. Twee positieve temperaturen: Hoogste temperatuur - laagste temperatuur.
2. Eén positieve en één negatieve temperatuur: vergelijk eerst apart hoe ver het getal van 0 af ligt. Tel die getallen bij elkaar op. Verschil tussen -2,2 en 3,4 = 2,2 + 3,4 = 5,6
3. Twee negatieve temperaturen: gebruik een getallenlijn en lees af. of bereken alsof het twee positieve getallen zijn. Verschil tussen -2,9 en -5,2 = 5,2 -2,9 = 2,3

Slide 6 - Diapositive

Gemiddelde
Het gemiddelde bereken je door alle getallen bij elkaar op te tellen en dan het antwoord te delen door het aantal getallen:

gemiddelde = som van alle getallen : aantal getallen

Slide 7 - Diapositive

Rekenen boven de 100%
Percentage berekenen:
Stijging/groei= Nieuw : oud x 100
bv. Ik heb een investering gedaan van €1500 deze is nu €1650 geworden. Wat is het groei percentage?
nieuw= 1650
oud = 1500
Som = 1650 : 1500 x 100 = 110 (hier zit de originele 100% nog bij)
De groei is 10 %

Slide 8 - Diapositive

Ik heb een investering gedaan van €1200 deze is nu €1350 geworden. Wat is het groei percentage?

Slide 9 - Question ouverte

Ik heb een investering gedaan van €1789 deze is nu €2510,55 geworden. Wat is het groei percentage? 2 decimalen

Slide 10 - Question ouverte

Rekenen boven de 100%
Percentage berekenen:
Daling/verlies = Nieuw : oud x 100
bv. Ik heb een investering gedaan van €1500 deze is nu €1250 geworden. Wat is het verlies percentage?
nieuw= 1250
oud = 1500
Som = 1250 : 1500 x 100 = 83,33 (wat is het verschil met 100%)
Het verlies  is 16,66 % (100 - 83,33)

Slide 11 - Diapositive

Ik heb een investering gedaan van €1500 deze is nu €1350 geworden. Wat is het verlies percentage?

Slide 12 - Question ouverte

Ik heb een investering gedaan van €1500 deze is nu €1495,45 geworden. Wat is het verlies percentage?

Slide 13 - Question ouverte

1 % regel = terug rekenen naar 1
1. Hoeveel % is het getal?
2. Delen door dit percentage
3. Hoeveel % wil ik weten?
4. Vermenigvuldigen met dit percentage
vb. Ik weet dat 95 cm 150 % is. Ik wil 125% weten
95 delen door 150 = (nu heb ik 1 %) maar ik wil 125 % weten dus vermenigvuldig ik met 125.   som=     95 : 150 x 125 = 79,17

Slide 14 - Diapositive

Je vergroot een originele poster in twee verschillende formaten.
Formaat A: Een vergroting van 300%.
Formaat B: Een vergroting van 400%.
Formaat: A is 90 cm
Hoe groot is formaat B?

Slide 15 - Question ouverte

Je vergroot een originele poster in twee verschillende formaten.
Formaat A: Een vergroting van 150%.
Formaat B: Een vergroting van 110%.
Formaat: A is 90 cm
Hoe groot is formaat B?

Slide 16 - Question ouverte

terug naar 100%
getal : vermenigvuldigingsfactor = 100 %
of
1 % regel
1. Hoeveel % is het getal?
2. Delen door dit percentage
3. Hoeveel % wil ik weten?
4. Vermenigvuldigen met dit percentage

Slide 17 - Diapositive

41,25 is 7,5 %
Hoeveel is 100%?

Slide 18 - Question ouverte

42 is 8,125 %
Hoeveel is 100%?

Slide 19 - Question ouverte

4.6 kritisch beoordelen

Slide 20 - Diapositive