(2mh) H4 Europa: verenigd in verscheidenheid paragraaf 3

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H4
  • maken opdracht 1,2,4,6,7
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • hoe de Europese Unie is ontstaan
  • wat de doelen zijn van de Europese Unie
  • wat de voor-en nadelen zijn van de interne markt
  • welke regionale verschillen er in Europa zijn en hoe je die kunt verklaren
  • welke migratiestromen er zijn binnen Europa en hoe je die kunt verklaren
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H4
  • maken opdracht 1,2,4,6,7
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • hoe de Europese Unie is ontstaan
  • wat de doelen zijn van de Europese Unie
  • wat de voor-en nadelen zijn van de interne markt
  • welke regionale verschillen er in Europa zijn en hoe je die kunt verklaren
  • welke migratiestromen er zijn binnen Europa en hoe je die kunt verklaren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

nakijken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De EU
  •  De EU: Politiek en economisch samenwerkingsverband tussen 27 landen in Europa.

  • Werken samen op het gebied van veel terreinen zoals economie, landbouw, migratie etc.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Europese eenwording
  • Na WO II besloten landen samen te werken
  •     1957:  EEG  opgericht door:
     België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland.

  •   Doel: oorlogen voorkomen en welvaart vergroten.

  •  In 1993 groeide de EEG uit tot de Europese Unie.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van de Unie
  • Zorgen voor vrede
  •  Zorgen voor een goede welvaart
  • Discriminatie bestrijden
  • Milieuproblemen aanpakken
  • Gelijke rechten voor iedereen


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Meer landen wilden zich aansluiten 
  • Eerst de landen uit Noord- en 
West-Europa
 
  • Vanaf ‘80: Landen uit Zuid-Europa

  • Vanaf 2004: 13 landen uit Centraal- en Oost-Europa.
 
 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1951
1957
1992
EGKS
EU
EEG

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen EU
Nadelen EU
Geen grenscontrole
dus makkelijker wonen / werken in andere EU landen
Geen inspraak meer
Gezamenlijke munt / Euro
Met zo veel landen gaat de besluitvorming veel trager.
Meer macht
Rijke EU landen moeten arme EU landen financieel helpen
Sterke economie
Gelijke regels en wetten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schengenlanden = 26 landen die afspraken hebben gemaakt over visum, vluchtelingen en samenwerking politie en justitie

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BB 246 Economisch systeem = de manier waarop in een staat de productie van goederen is geregeld.
Er zijn er twee:
vrije markteconomie (kapitalisme) en planeconomie (communisme)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijemarkteconomie (kapitalisme)
-Belangrijkste economische systeem
-Vrije ondernemerschap
-Prijs door vraag en aanbod

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planeconomie (communisme)
Er zijn landen waar:
- de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. 
-de overheid is eigenaar van de productiemiddelen natuur, kapitaal en arbeid

China en Cuba waren in het verleden planeconomieën, nu is Noord-Korea dat bijvoorbeeld nog.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijemarkteconomie vs. Planeconomie
type economie
verschil 1
verschil 2
planeconomie (kapitalisme)
Bedrijven zijn eigendom van de staat.
De overheid bepaald de productie: wie, wat en hoeveel.
vrijemarkteconomie (communisme)
Er is vrij ondernemerschap
Productie wordt bepaald door vraag en aanbod
Europese Unie heeft een vrijemarkteconomie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee machtsblokken
BBNR 267
Vanaf 1945 zijn er twee machtsblokken:
  • Westblok: VS en bondgenoten
  • Oostblok: SU en bondgenoten. 
Beide machtsblokken waren bezig met een wapenwedloop
De naam "Koude Oorlog is omdat er niet gevochten is tussen Oost en West. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opg. 4 Europese integratie
Europese integratie: 
Ontwikkeling naar meer eenheid in de Europese unie. 

Hoe bereiken we dat?
  • Vrij verkeer goederen, mensen en geld dus geen grenzen.
  • Eén munt (Euro)



Slide 19 - Diapositive

Europese integratie betekend dat het doel is dat de Europese unie steeds meer een eenheid wordt. 

Om dit e bereiken hebben ze een aantal dingen afgesproken. Voorbeelden hiervan zijn: Vrij verkeer goederen, mensen en geld. 
Geen grenzen  
B267 Economische machtsblokken

Economisch machtsblok = gebied dat economisch sterk is doordat:
  • Er veel goederen worden geproduceerd
  • En er een grote koopkrachtige markt is.
    BV: Europese Unie, NAFTA, ASEAN

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenheid binnen de EU



Zijn er veel verschillen in
de Europese Unie of is er veel 
eenheid?


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenheid?
  •  EU is multicultureel:  Mensen met verschillende  culturen die met elkaar samenleven
  • EU probeert een eenheid te zijn op politiek en economisch gebied, dat doen ze door:
 Gelijke wetten te maken in alle lidstaten.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Of toch geen eenheid?
  • Veel verschillen in welvaart binnen de EU
  • Noord en West Europa:
       welvarend en ontwikkeld
  • Oost  en Zuid Europa:
       weinig welvaart  en minder ontwikkeld.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Migratie
 
  •  In Oost-Europa: Veel emigratie = verlaten van een gebied
  • In West-Europa: Veel immigratie = vestigen in een gebied

Conclusie: Jonge mensen trekken van Oost – Europa naar 
West - Europa 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Migratie

• Gevolgen van migratie  in Oost – Europa:

  • 1. Vergrijzing: Wanneer er meer ouderen zijn dan jongeren

  • 2. Ontgroening: Weinig jongeren, dus weinig geboortes

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 H4 Europa paragraaf 3
maken opdracht 1,2,4,6,7
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 60/61
  • werkboek blz. 74/75/76
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhalen/nabespreken

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions