Methodieken

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Dementie - periode 2

Les 5

Methodieken

Wat gaan we doen?

Komende 1,5 uur: 

• 
  
• Theorie: 30 min. 
  

• 
  
• Aan de slag met opdrachten: 60 min.
  
  

Vasculaire dementie verloopt erg grillig. Wat betekent grillig ook al weer?

1. Er komen telkens nieuwe kenmerken bij
2. De ene dag gaat het goed en de volgende dag ineens niet
3. Cliënten worden erg prikkelbaar
4. De achteruitgang verloopt heel snel

Welke kenmerken zie je terug bij mensen met fronto-temporale dementie?

1. Gedragsveranderingen
2. Ontremd gedrag
3. Komt alleen bij ouderen voor
4. Herhalen telkens hetzelfde verhaal

ROT en ROB

Beginstadium dementie (bedreigde ik) 

De wereld om zich heen beter leren te begrijpen

1. Training VS Benadering
2. Oriëntatie van tijd, plaats en persoon
3. Vaste dag structuur/activiteiten

• Hulmiddelen
• Kalender
• Dag benoemen als je binnenkomt
• Informatie herhalen
• foto's en briefjes oplakken om informatie niet te vergeten
• Zo veel mogelijk zelfstandig laten doen

Validation

• Validation = bevestiging
• Gevorderde stadia
• meegaan in zijn of haar beleving
  
  
• Cliënten die gedesoriënteerd zijn
• Moeite met uitdrukken van behoeften en gevoelens

Doelen:

1. Gevoel van eigenwaarde behouden
2. Minder spanning --> gelukkiger
3. Vooruitgang in de communicatie
4. Tevreden terug kijken op zijn/haar leven

Tom Kitwood

• Mensgerichte benadering
• Inleven in de cliënt 
• Alles er aan doen om de cliënt te begrijpen
• Verdiepen in het leven van de cliënt
  
  
• Waar het kan een heteroanamnese afnemen
• Praten met familie van de cliënt
  
  
• De benadering:
• Communicatie en de relatie 
• Betrokkenheid, empathie en warmte
  
  
• Houding van de begeleider lees. blz. 39/40

Zintuigactivering

• Vergevorderd stadium dementie
  
  
• verbaal en cognitieve functies zijn uitgevallen
• Snoezelen
  
  
• Aangenaam gevoel --> zintuigen activeren
• Afleiding en ontspanning

Voorbeeld

Meneer van Vliet is 87 jaar. Hij staat bij de deur en zegt dat zijn moeder op hem wacht. Ze weet niet waar hij blijft. Simon is begeleider. Hij vraagt aan meneer van Vliet: 'Vertelt u eens over uw moeder, wie is ze?' Meneer van Vliet zegt dat hij een lieve moeder heeft: 'Ze werkt altijd hard en zorgt ook nog eens voor de buurtkinderen.' Ondertussen loopt Simon samen met meneer van Vliet naar de huiskamer. '

Welke benaderingsmethode gebruikt Simon?

Aan de slag!

Maak deze week: 

Opdracht 1 a t/m c

Opdracht 2 a t/m c

Opdracht 3 a t/m b

Opdracht 4 a t/ d

Maak alvast groepjes van vier voor volgende week

Werken aan beroepsproduct