WW-spelling (herhaling vt + onregelmatige ww)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1,2

WELKOM BIJ NEDERLANDS

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

STERKE WERKWOORDEN

Sterke werkwoorden doe je uit je hoofd.

Ze veranderen van klank.

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

ZWAKKE WERKWOORDEN

Verandert niet van klank

Eindigt op bij pvvt op -de(n) of -te(n)

'T eX-KoFSCHiP

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

1 Haal -en van het hele werkwoord af

2 Zit de laatste letter (aan het eind van het woord) in 'T eX-KoFSCHiP?

3 JA = -te (enkelvoud) of -ten (meervoud)

   NEE= -de (enkelvoud) of -den (meervoud)

ZWAK

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN

1. Vijf die vaak voorkomen: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

2. Leer de onregelmatige werkwoorden uit je hoofd!

Is het werkwoord sterk of zwak?

sterk

zwak

ademen

draaien

drijven

lopen

rijden

schreeuwen

fietsen

zwemmen

PVVT
Niemand (willen) nog met hem mee naar het spookhuis.

1. wilte
2. wilten
3. wilde
4. wilden

PVVT
Sander (rennen) vorige week ook erg hard.

1. rente
2. rende
3. renten
4. renden

PVVT
De moeder (verwennen) de kinderen te veel.

1. verwente
2. verwenten
3. verwende
4. verwenden

PVVT
De kleine jongen (zwemmen) gisteren al zonder bandjes.

1. zemde
2. zwemden
3. zwommen
4. zwom

Kan een pv in de verleden tijd op -dt eindigen?

1. Ja
2. Nee, nooit!

PVVT
De politie (vermoeden) dat er sprake was van een misdrijf.

1. vermoede
2. vermoeden
3. vermoedde
4. vermoedden

De vijf onregelmatige werkwoorden zijn:

1. zijn, hebben, willen, kunnen, volgen
2. zijn, maken, willen, kunnen, volgen
3. zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
4. zijn, hebben, willen, kunnen, denken

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?

1. ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
2. ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
3. ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
4. ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?

1. ik ben, jij is, hij is, wij bennen
2. ik is, jij is, hij is, wij zijn
3. ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
4. ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Tot de volgende keer!

Zelfstandig werken