KW 2024#43 - Voorbereiden op de toets | 3H

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Vertaal:
benutzen
A
benodigheden
B
niets doen
C
benutten
D
gebruiken

Slide 8 - Quiz

Vertaal:
schmücken
A
een smoes gebruiken
B
smijten
C
versieren
D
zich opmaken

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
grappig

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal naar het Duits:
iets
A
irgendwie
B
irgendwo
C
irgendwann
D
irgendwas

Slide 11 - Quiz

Geef met een Duitse zin antwoord:
Koop je tweedehands kleding?

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
das Bargeld
A
de rekening van de bar
B
de fooi
C
het contant geld
D
het geld voor de bar

Slide 13 - Quiz

gefallen
wegwerfen
weich
entwickeln
wichtig
das Verhalten
die Umwelt
die Klamotten
sich leisten
preiswert
bevallen
weggooien
zacht
ontwikkelen
belangrijk
het gedrag
het milieu
de kleren
zich veroorloven
goedkoop

Slide 14 - Question de remorquage

Vertaal naar het Nederlands:
bremsen
A
bramen
B
remmen
C
aarzelen
D
breken (met)

Slide 15 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:
es ist klar
A
iets is helder, duidelijk
B
iets is klaar, af
C
iets is vervelend
D
iets is onduidelijk

Slide 16 - Quiz

Geef met een Duitse zin antwoord:
Welke schoenen vind jij lelijk?

Slide 17 - Question ouverte

laten zien
waardevol
de winkel
opgroeien
de computer
de smaak
op de een of andere manier
maken, fabriceren
afzien van
duur
zeigen
wertvoll
der Laden
aufwachsen
der Rechner
der Geschmack
irgendwie
herstellen
verzichten auf
teuer

Slide 18 - Question de remorquage

Vertaal naar het Nederlands:
sich freuen auf
A
zich verheugen op
B
voorbereiden op een feest
C
pret maken over
D
over iemand lachen

Slide 19 - Quiz

Wat betekent:
sich beschweren
A
te veel gegeten hebben
B
te zwaar zijn
C
zware lasten hebben
D
zich beklagen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

timer
10:00

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

3H3

Slide 28 - Diapositive

3H1

Slide 29 - Diapositive