1hv - periode 1 - intro

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue!

wat staat er rechts op het bord? LESDOEL

• kennismaken en français
• hoe werkt het boek, hoe leren
• ww être

les devoirs: Apprendre bron A

Je m'appelle Mieke.
Je suis une fille.

Et toi,

comment tu t'appelles?

Je m'appelle Patrick.
Je suis un garçon.

Et toi,

comment tu t'appelles?

kettingvraag in groepje

let op:

- fouten maken mag/moet

- niet uitlachen

Vertaal?!

Vertaal?!

     Schrijf zoveel mogelijk woorden op die 

     wij hebben 'geleend' uit het Frans.

     Werk met je tafelgroepje.

Wie meer dan 5 woorden?

Wie meer dan 10?

Per groepje woord laten noemen.

Le français pourquoi?

Le quiz de France

Hoeveel inwoners heeft Frankrijk?

1. 17 miljoen
2. 35 miljoen
3. 68 miljoen
4. 117 miljoen

In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?

1. 5
2. 9
3. 17
4. 29

Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans (1e & 2e taal)?

1. 200 miljoen
2. 300 miljoen
3. 400 miljoen
4. 500 miljoen

Frans is een wereldtaal. Op welke plek staat de Franse taal?

1. 3e
2. 4e
3. 5e
4. 6e

Wat neem je mee naar de les?

ton livre     *     un cahier   *   des stylos  

Hoe gebruik je het boek?

• Chapitre = hoofdstuk
  
  
• A t/m H: écouter, lire, parler, grammaire, écrire
  
  
• Apprendre : vocabulaire, phrases-clés, grammaire

                                                        

Chapitre 1:

Salut, c'est moi!

opschrijven: écouter, parler etc

stickertje bij apprendre

Hoe gebruik je het boek?

Les excercices, wat moet je doen?  --> page 6!

Chapitre 1:

Salut, c'est moi!

stickertje!

les devoirs / huiswerk

• Apprendre bron A

agenda

thuis maximaal kwartier

Chapitre 1 - bron A, page 52

lees mee!

5 min in stilte oefenen / overschrijven

Hoe leer je de vocabulaire?

page 52:

1. luisteren en meelezen
   
   
2. hardop lezen
   
   
3. overschrijven

Hoe leer je de vocabulaire?

page 52:

1. luisteren en meelezen
   
   
2. hardop lezen
   
   
3. overschrijven

in blokjes van 5!

HERHALEN HERHALEN HERHALEN

interview je buur

Bonjour!

Comment tu t'appelles?

Tu es une fille?

Tu es un garçon?

Salut!
Je m'appelle Patrick.

Je suis un garçon.

let op:

- fouten maken mag/moet

- niet uitlachen

het werkwoord être

je              suis                      = ik ben

het werkwoord être (= zijn)

je               suis                        = ik ben

tu              es                            = jij bent

il / elle     est                          = hij / zij is

on              est                          = wij zijn

nous         sommes              = wij zijn

vous         êtes                        = jullie zijn / u bent

ils / elles sont                        = zij zijn

Terugblik: lesdoel bereikt?

antwoord opschrijven!

Terugblik: lesdoel bereikt?

• Wat betekent chapitre?
  
  
• Wat betekent apprendre?
  
  
• Hoe zeg je 'ik heet ...'?
  
  
• Hoe zeg je 'ik ben een meisje / een jongen'?

Aan het einde van de les:

• Stoel aanschuiven.
• Rustig lokaal uit.
• Rommel? In prullenbak.