Week van het geld

Week van het geld 2024
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Week van het geldMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Week van het geld 2024

Slide 1 - Diapositive


Wie van jullie spaart?
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar, maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen, want ik krijg alles wat ik wil (hebben).

Slide 2 - Quiz



Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.
A
eens
B
oneens

Slide 3 - Quiz

Wie heeft er wel eens wat gekocht en later betaald?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo


Wat is jouw  bijbaan?

Slide 6 - Question ouverte


Leen je wel eens geld van iemand?
A
Ik heb nog nooit geld geleend.
B
Ik leen wel eens geld van mijn ouders.
C
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.

Slide 7 - Quiz


Leen je wel eens geld uit aan iemand?
A
Nee, nooit
B
Soms wel, aan een vriend of vriendin
C
Soms wel, aan één van mijn ouders

Slide 8 - Quiz


Ik heb liever een hoog uurloon 
dan leuk werk.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 9 - Quiz

Regels bijbaan
12 jaar: nog geen bijbaan, wel klusjes
voor geld
13/14 jaar: bijbaan mag, alleen niet 
te zwaar werk en geen gevaarlijk werk
15 jaar: meer soorten werk, maar niet
teveel uur

scholieren.nibud.nl
TIP

Slide 10 - Diapositive


Stel: je smartphone die je op afbetaling hebt 
gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen. 
De telefoon is helemaal stuk. Moet je dan de 
resterende termijnen van je lening doorbetalen?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Geld lenen kost geld (en geluk)
Je betaalt rente over de schuld.
Je moet de schuld altijd terugbetalen.
Mensen lenen steeds opnieuw om nog meer spullen te kopen.
Een schuld maakt ongelukkig.
Soms moeten mensen geholpen worden om uit de schulden te komen.

Slide 12 - Diapositive

Spaartips
Open een spaarrekening.
Zet iedere week of maand geld op de spaarrekening.
Veel kleine beetjes maken groot.
Maak een overzicht van inkomsten en uitgaven.
Kun je ergens op besparen?
Spaargeld maakt gelukkiger.
Praat er thuis over dat je spaart, 
en waarvoor je spaart.

Slide 13 - Diapositive