Week 6-6, 2m ein kein eine keine

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

    Dienstag 17. Mai 2022

Montag 10. Juni 2024

Planung heute

Rückblick / Hausaufgaben 

*

Wiederholung Grammatik

*

Sprechen

*

Selbständig arbeiten

*

Wortschatz

Lernziele Kapitel 5

• Je kunt eten en drinken bestellen.
• Je kunt over eten en drinken praten.

Lernziele heute:

• Je kunt het onbepaald lidwoord ein en het woord kein gebruiken. 

Rückblick / Hausaufgaben

Hausaufgaben besprechen

Aufgabe 4 bis zum 8 und 10

Ab Seite 140

Lernen: Lernliste N-D (linker rij)

Hausaufgaben:

Aufgabe 17, 18, 19 und 21 bis zum 25 und 27

Ab Seite 150

Aufgabe 21

1. Ich trinke ein Glas Wasser .
   
2. Essen wir heute keine Kartoffeln?
   
3. Auf dem Tisch liegt schon eine Gabel.
   
4. Ein Fisch schwimmt gern in einem Bach.
   
5. Er schenkt mir ein Buch mit leckeren Rezepten.
   
6. Hat dieses neue spanische Restaurant keine Speisekarte?
   

Aufgabe 22

1. Pudding ist ein Nachtisch.
   
2. Ich habe heute keine Pause.
   
3. Wieviel Kalorien hat ein Salat?
   
4. Eine Cola wird immer kalt getrunken.
   
5. Ich nehme keine Pommes mehr in der Kantine.
   

Aufgabe 24

Vanaf dat je het woord Honigmelone hoort kun je meelezen in je boek, Seite 153

Jetzt seid ihr dran!

Wie war es auch wieder?

Wat weet je nog over de lidwoorden in het Duits?

der

die

das

meervoud

onzijdig

vrouwelijk

mannelijk

........... Frau

1. der
2. die (ev)
3. das
4. die (mv)

............ Buch

1. der
2. die (ev)
3. das
4. die (mv)

........... Menschen

1. der
2. die (ev)
3. das
4. die (mv)

............ Mann

1. der
2. die (ev)
3. das
4. die (mv)

Was wir schon wissen

	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	der	die	das	die

• der = mannelijk persoon of dier (Vater, Opa, Stier)
• die = vrouwelijk persoon of dier (Oma, Kuh)
• die = woorden die in het Duits eindigen op -e (Schule, Lampe)
• die = alle meervouden (alle woorden)
• das = woorden die in het Nederlands het lidwoord "het" hebben

Kijk goed naar deze voorbeelden

• der Mann - ein Mann - kein Mann
• die Frau - eine Frau - keine Frau
• das Kind - ein Kind - kein Kind
• die Menschen - keine Menschen

Welke bewering over de vorige slide klopt?

1. Mannelijk en vrouwelijk heeft géén uitgang
2. Mannelijk en onzijdig heeft een -e als uitgang
3. Vrouwelijk en meervoud heeft een -e als uitgang
4. Onzijdig en meervoud heeft géén uitgang.

Was wir jetzt wissen

	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
de/het	der	die	das	die
een	ein	eine	ein	--
geen	kein	keine	kein	keine

Hoe pak je dit aan?

1. Is het zelfstandig naamwoord mannelijk/vrouwelijk/onzijdig/meervoud?

2. Krijgt het dan wel of geen uitgang?

3. Invullen

Geheugensteuntje: alle "die" woorden krijgen wel een uitgang!!

Lehrerin

1. ein
2. eine

Hund

1. ein
2. eine

Kartoffeln

1. kein
2. keine

Mädchen
(meisje)

1. ein
2. eine

(een) Messer

1. ein
2. eine

Land

1. ein
2. eine

(geen) Brot

1. kein
2. keine

(geen) Menschen

1. kein
2. keine

Sprechen

Seite 156

Aufgabe 28

Aufgabe 31 Sprachmittel vorbereiten

Sprachmittel

Seite 158

Wat betekenen deze zinnen?

Welke woorden ken je niet? 

Onderstreep die woorden

Selbständig arbeiten

Machen:

Aufgabe 34, vertaal de zinnen naar het Duits.

Aufgabe 35, bedenk passende antwoorden bij de vragen

Aufgabe 37, schrijf met behulp van de menukaart het hele gesprek uit. 

Schrijf de 3 opdrachten helemaal uit. (los blad of in Word)

Fertig? Slim Stampen oder Flexopdracht

Hausaufgaben

Lernen:

Lernübersicht Kapitel 5

Seite 168 und 169

Volgende les:

Klassenarbeit Kapitel 5