2F Instructie Spreken gesprekken AABS RM en RS

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Het mondeling Nederlands

Het examen is op school en bestaat uit 2 delen. 

1. Een presentatie door jou aan de docent, met powerpoint 

2. Een gesprek tussen jou en de docent

Wanneer mag je examen doen?

• Als je dit jaar stage loopt (of minimaal 4 weken stage hebt gelopen en daarover genoeg kan vertellen)  

• Als je voor het examen de Powerpoint presentatie inlevert

        Deel 1 van het mondeling examen = spreken 

Je vertelt een verhaal over jouw stageplek en gebruikt daarbij een powerpoint presentatie.

• De presentatie duurt 4 tot 7 minuten.
• Je gebruikt jouw powerpoint presentatie als hulpmiddel. 

Extra elementen:

• Wat vond je leuk / makkelijk aan je stage?
  
• Wat vond je minder leuk / moeilijk aan je stage?
  
• Zou je je volgende stage in een zelfde branche willen doen? Zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?

Wat vertel je allemaal?

• Je vertelt bij welk bedrijf jij je BPV hebt gedaan.
  
• Je geeft meer informatie over het bedrijf. Denk aan wat voor bedrijf het is, hoeveel mensen er werken, wat voor mensen er werken, enzovoorts;
• Je geeft minimaal twee redenen waarom je bij dit bedrijf je BPV hebt gedaan;
• Je vertelt wat voor soort werkzaamheden je hebt gedaan;
  
• Je vertelt over jouw algemene ervaringen binnen dit bedrijf;
  
• Je geeft een advies aan de studenten over hun BPV. Leg ook uit waarom je dit advies geeft
• Je beantwoordt ook vragen na je presentatie. Dit hoort niet bij de spreektijd.

Opbouw Powerpoint?

• Slide 1: Naam student, klas, naam + foto stagebedrijf.
• Slide 2:  Wat ga ik vertellen? Korte opsomming presentatie (inleiding)
• Slide 3: Het bedrijf. Wat is het voor soort bedrijf, hoeveel mensen werken er + waarom heb ik voor dit bedrijf gekozen? (2 redenen)
• Slide 4: De werkzaamheden, met veel uitleg erbij!
• Slide 5: De begeleiding; wie begeleid jou en hoe gaat dat?
• Slide 6: Welk advies zou je andere studenten geven die hier stage lopen?
• Slide 7: Cijfer voor het bedrijf met uitleg of extra elementen
• Slide 8: Einde (goede afsluiting, zie volgende slides!) en vragen.

TIP: goede start! 

Een goed begin van een presentatie is bijvoorbeeld:

"Goedemorgen/middag. Mijn naam is.... en ik ga u het een en ander vertellen over mijn stageplek.  Eerst zal ik duidelijk maken waar ik stage loop. Vervolgens maak ik duidelijk wat de goede en mindere punten zijn van dit leerbedrijf."

"Mijn stagebedrijf is....   Het is een .... bedrijf, dat ......"

TIP: duidelijk einde! 

Het is belangrijk om een duidelijk einde te maken aan jouw presentatie. Zeg  NIET:

"Nou dit was het dan."

"Nou, dit was dus mijn presentatie".

"Oke, ik ben klaar."

Maar zeg bv:

"U heeft meer gehoord over mijn ervaringen op mijn stageplek. Ik hoop dat u een duidelijk beeld heeft gekregen. Als er vragen zijn dan hoor ik dat graag."

Houding

- Sta met twee benen op de grond. 

- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Kijk de docent aan (dus kijk niet alleen naar jouw powerpoint)

Waar wordt op gelet?

• de inhoud (heb je alles en vooral ook voorbeelden!)
• praat je duidelijk genoeg? Verstaanbaar!
• praat je rustig? 
• je mag niet voorlezen  
• de powerpoint presentatie
• taal: woordgebruik, grammatica, etc.

Deel 2 van het examen: Het gesprek. 

Dit is het 2e deel van het mondeling examen. Een interview/gesprek.

Waar gaat het over?

Je bent al een tijdje bezig met je stage en je hebt een

voortgangsgesprek met je stagebegeleider. In dit gesprek wordt

besproken hoe het in je stage gaat.

Belangrijk: tijdens het gesprek bespreek je 2 situaties. Een waar je trots op bent, een waar iets fout is gegaan. 

Bijvoorbeeld: dingen die gebeurd zijn tijdens jouw stage. Een leerzaam moment, bv in contact met andere collega's, met jouw manager of met klanten. Dit moet je voorbereiden!

Voorwaarden

• BELANGRIJK! Na de algemene informatie, ga je wat dieper in op situaties die zich in je stage hebben voorgedaan. Het kan te maken hebben met een klant of een collega. 
• Een situatie, waar je trots op bent en een waarvan je van je fouten hebt geleerd.

Vragen die je kunt krijgen:

• Hoe gaat je stage tot nu toe?
  
• Wat heb je tot nu toe gedaan?
  
• Wat wilde je leren toen je begon aan je stage? Aan welke competenties wilde je werken?
  
• Welke twee situaties wil je bespreken?