2.3.1. Licht: eigenschappen, schaduw

2.3.1. Licht: eigenschappen, schaduw
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuur en techniekHBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

2.3.1. Licht: eigenschappen, schaduw

Slide 1 - Diapositive

lichtbron
Een lichtbron is een object die uit zichzelf licht geeft.

Slide 2 - Diapositive

De zon als lichtbron
De zon geeft 3 soorten straling, namelijk:
1.) zichtbaar licht (alle kleuren licht)
2.) ultraviolette straling (wordt je bruin van)
3.) infrarodestraling (warmtestraling)

Slide 3 - Diapositive

“wit” licht

Je kunt met behulp van een prisma (een doorzichtig object)  een regenboog zichtbaar maken van een bundel “wit” licht. 
Je noemt die regenboog het spectrum van “wit” licht.

voorbeelden van lichtbronnen die bij benadering wit licht geven zijn een gloeilamp, TL-balk en de zon.

Slide 4 - Diapositive

het spectrum van “wit” licht
“Wit” licht
Prisma
Spectrum

Slide 5 - Diapositive

werking kleurenfilter
Een kleurenfilter is een stuk doorzichtig, gekleurd glas of plastic. Een kleurenfilter laat slechts 1 kleur licht door, namelijk dezelfde kleur licht als de kleur die het filter heeft.

Slide 6 - Diapositive

kunstmatig of natuurlijk
We maken onderscheid tussen natuurlijke lichtbronnen en kunstmatige lichtbronnen.
kunstmatige lichtbron: Een lichtbron gemaakt door de mens, bijv. gloeilamp, TL-buis, LED lampje, kaars, etc
Natuurlijke lichtbron: licht geleverd door de natuur zonder tussenkomst van de mens. bijv. de zon en sterren.

Slide 7 - Diapositive

Geen lichtbronnen
Er bestaan ook voorwerpen die licht weerkaatsen, maar zelf geen licht geven. 
Voorbeelden zijn bijv. de maan, deze weerkaatst licht van de zon. 
Andere voorbeelden zijn: een reflector op een fiets, reflecterende strips op kleding of kattenogen (reflecterende dopjes langs de weg).

Slide 8 - Diapositive

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 9 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 10 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 11 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 12 - Quiz

De objecten uit de afbeelding zijn .......
A
Natuurlijke lichtbronnen
B
Kunstmatige lichtbronnen
C
Geen lichtbronnen

Slide 13 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 14 - Quiz

Filmpjes extra uitleg schaduw

Slide 15 - Diapositive

schaduw
Achter/onder een niet doorzichtig object kan geen licht komen. Achter/onder een niet doorzichtig voorwerp ontstaat een schaduw.

Je kunt de schaduw tekenen door de randstralen te tekenen. randstralen zijn de lichtstralen die langs de randen van het voorwerp lopen die het licht tegen houdt.

Slide 16 - Diapositive

1
2
3
4
5
Ontstaan schaduw 

Slide 17 - Diapositive

1
2
Schaduw 

Slide 18 - Diapositive

1
2
Schaduw tekenen

Slide 19 - Diapositive

1
2
Kern- en halfschaduw

Slide 20 - Diapositive

Kern- en halfschaduw

Slide 21 - Diapositive

schaduw tekenen (puntlichtbron)
Teken 2 lichtstralen vanuit de puntlichtbron langs de randen van het voorwerp, de randstralen. Het gebied tussen de twee randstralen is schaduw gebied.

Een puntlichtbron is een lichtbron die klein is in verhouding tot het voorwerp dat de schaduw veroorzaakt. Wanneer je te maken hebt met een puntlichtbron, dan ontstaat er maar 1 schaduw.

Slide 22 - Diapositive

Kern- en halfschaduw tekenen
1
2
3
4
L

Slide 23 - Diapositive

1
2
3
4
5
Voorwerp, beeld en vergrotingsfactor

Slide 24 - Diapositive