Vrijwillegers avond

"Welkom" 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

"Welkom" 

Slide 1 - Diapositive

Iedereen goed te passe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Programma
  • Voorstellen kantine commissie (taken)
  •  Afspraken kantine 
  • Wat vind je leuk aan het werken in de kantine?
  • Hebben we nog positieve tips voor de kantine? 
  • Afspraken: ochtend, middag en sluit 
  • Tussendoor een quiz hoe om te gaan met alcohol 
  • Bier tap cursus - certificaat en tips en tricks

Slide 3 - Diapositive

I. Regelmatig grote hoeveelheden alcohol drinken kan blijvende hersenschade veroorzaken.
II. Alcohol is een gif.
III. Alcohol is een verdovend middel.
A
Alleen II
B
I en III
C
Allemaal

Slide 4 - Quiz

Welke bewering is juist?

I. In korte tijd veel alcohol drinken kan leiden tot misselijkheid en braken.
II. In korte tijd veel alcohol drinken kan leiden tot een black-out.
III. In korte tijd veel alcohol drinken kan leiden tot bewusteloosheid.
A
Allemaal onjuist.
B
Alleen I en II zijn juist.
C
Alleen I is juist.
D
Allemaal juist.

Slide 5 - Quiz

De kantine commissie 
  • Maarten te Raa (functie, bestuurslid hoofdbestuur) 
  • Bernard Habers (functie, schoonmaak en entree kassa)
  • Björn de Jong (functie, chef inkoop)
  • Sonja Alfring (PR - kantine) 
  • Henriëtte Ribberink (Hoofd snack dames en snackbar)
  • Rick Ensink  (Functie - coördinator van personeelsbezetting zaterdag)
  • Eric-Henk Baarslag (Functie-coördinator van personeelsbezetting doordeweeks

Slide 6 - Diapositive

Welke van de volgende factoren is van invloed op het effect dat alcohol op iemands lichaam heeft?
I. Geslacht.
II. Lichaamsgewicht.
III. De gewenning aan alcohol.
IV. De stemming van een persoon.
V. Een volle maag.
A
I, II en V.
B
Alleen V.
C
II en III.
D
Zijn allemaal waar

Slide 7 - Quiz

Barvrijwilliger Fred vraagt zich af waar de meeste alcohol in zit:

Kies één:
A
In een standaardglas port (80 cc).
B
In een flesje Breezer (275 cc).
C
In een standaardglas sterke drank (35 cc).

Slide 8 - Quiz

Wat vind je leuk aan het werken in de kantine?

Slide 9 - Carte mentale

Van 8.00 t/m 12.00 afspraken
  • Op tijd aanwezig
  • Lampen aan, muziek aan, barkrukken/stoelen van tafel
  • Koffiepotten aanzetten - zorg voor voldoende koffie
  • Melk/suiker aanvullen
  • Bekers klaar voor thee en ranja
  • Broodjes smeren
  • Koelkasten bijvullen 
  • Snoep en Chips tot 11.00 uur dan naar de snack 
  • Kantine netjes houden, tafels afnemen en leegruimen. 
  • Groene munten in de kantine voor leider, bestuurslid deelt deze uit. 
  • Apparaten en andere zaken stuk/op graag op het Whiteboard. 
  • Flesjes sorteren 
  • Bij calamiteiten -> jeugdbestuur inschakelen 

Slide 10 - Diapositive

Aanvulling/tips?

Slide 11 - Carte mentale

Welke factor bepaalt vooral de verhoging van het bloedalcoholgehalte?

Kies één:
A
Aan alcohol gewend zijn.
B
De hoeveelheid genuttigde alcohol per tijdseenheid.
C
De hoeveelheid eten in je maag.

Slide 12 - Quiz

Welke stelling over het bloedalcoholgehalte (BAG) is juist?

Kies één:
A
Als je alcohol drinken gewend bent, kun je meer drinken voor de BAG tot 0,5 promille stijgt.
B
Mensen die zwaarder zijn, kunnen meer alcohol drinken voor de BAG tot 0,5 promille stijgt.
C
Als je vrolijk bent, kun je meer alcohol drinken voor de BAG tot 0,5 promille stijgt.

Slide 13 - Quiz

Van 12.00 t/m 16.00 afspraken
  • Graag op tijd aanwezig
  • Wie is er jeugdbestuurslid van dienst, overdracht met ochtendploeg. 
  • Wanneer moeten de teams thee en ranja checken?, rekjes klaarzetten. 
  • Koelkasten bijvullen. Wat uit de koelcel komt, weer aanvullen uit de kelder. 
  • Als er tijd is de koelkast BOVEN aanvullen. 
  • Koffie/thee bijzetten, voorraad melk en suiker op de bar en koffiebekers aanvullen. 
  • Eventueel broodjes smeren, bij drukte meiden van de snackbar vragen. 
  • LET OP alcohol beleid: Nix onder 18!
  • 2 van de middagploeg schenken buiten koffie als het eerste thuis speelt.
  • Aan het eind van de middag koffiekannen, koffiezetapparaat schoonmaken. Reservoir (ketel) voor warm water uit zetten. 
  • Groene munten, worden uitgedeeld door bestuurslid. 
  • Vanaf half 2 gaat de tap open: zie tips tap cursus 
  •  Sorteren van flesjes frisdrank achter. 
  • Keuken netjes achterlaten voor de volgende ploeg. Afmelden en overdracht naar de volgende ploeg. 

Slide 14 - Diapositive

Aanvulling/tips?

Slide 15 - Carte mentale

Alcohol wordt afgebroken door de lever. Hoelang duurt het voor de hoeveelheid alcohol van een standaard glas uit het bloed verdwenen is?
Kies één:
A
1 - 1,5 uur
B
2 - 2,5 uur
C
1,5 - 2 uur

Slide 16 - Quiz

Wanneer er achter de bar alcoholhoudende drank verkocht wordt, is de minimale leeftijd van barvrijwilligers ...

Kies één:
A
16 jaar
B
21 jaar
C
18 jaar

Slide 17 - Quiz

Van 15.00 t/m tot sluit afspraken
  • Graag op tijd aanwezig
  • Overdracht, wie is bestuurslid van dienst? 
  • Koelingen nazien en eventueel bijvullen vanuit koelcel. 
  • LET OP alcohol beleid! NIX onder de 18! Bij twijfel legitimatie vragen.
  • De houten beker rekjes met heet water schoonspoelen en uit laten lekken.
  • Tussendoor lege glazen en troep van tafels halen.
  • Lege flesjes frisdrank sorteren. 
  • Groene munten elftal leiders, doet bestuurslid van dienst. 

Slide 18 - Diapositive

Van 15.00 t/m tot sluit afspraken afsluiten

  • Afsluiten: Glaswerk spoelen, niet in de vaatwasser (Erosie in de glazen, zonde!) Op een handdoek in de kast. 
  • Alle vuilnisbakken leegmaken ook in de keuken, afvoeren naar container buiten. 
  • Tafels schoonmaken en afnemen. 
  • Barkrukken/ stoelen op tafels voor de schoonmaak. 
  • Vloer veegschoonmaken 
  • Keuken opruimen/ VAATWASSER UIT! FRITUUR UIT!
  • Muziek, verlichting en televisie uit. De versterker boven.

Slide 19 - Diapositive

Aanvulling/tips?

Slide 20 - Carte mentale

Wat is strafbaar?

Kies één:
A
Alle in deze antwoorden genoemde handelingen zijn strafbaar.
B
Personen dwingen om bedwelmende drank te gebruiken.
C
Alcohol verkopen aan iemand die zichtbaar onder invloed is.
D
Mensen dronken voeren.

Slide 21 - Quiz

Wat is de geldigheidstermijn van jouw IVA-certificaat?

Kies één:
A
5 jaar.
B
Het certificaat is onbeperkt geldig.
C
Als je naar een andere organisatie gaat, moet je opnieuw een IVA-certificaat halen.

Slide 22 - Quiz

Verschillende workshops
  • Workshop IVA certificaat (Maarten en Bernard)
  • Workshop - Hoe tap je een mooi biertje! (Rick E)
  • Workshop - Hoe tap je een mooi biertje! (Bas E)
  • Workshop - Hoe tap je een mooi biertje! (Sonja A)
  • Workshop - Hoe vervanging ik de biertank!  (Bjorn en Eric H)

Slide 23 - Diapositive

De minimumleeftijd van personen die met een Instructie Verantwoord Alcohol schenken achter de bar bier mogen verkopen is...?

Kies één:
A
16 jaar.
B
18 jaar.
C
21 jaar.

Slide 24 - Quiz

Waarvoor dient een bestuursreglement?

Kies één:
A
Daarin staat de doelstelling van de organisatie uitgewerkt.
B
Daarin staan de gedragsregels waaraan bezoekers in de bar zich moeten houden.
C
Daarin staan de regels voor verantwoord alcohol schenken binnen de organisatie.

Slide 25 - Quiz

Is een organisatie die alcoholhoudende dranken verstrekt, verplicht de leeftijdsgrenzen zichtbaar en goed leesbaar aan te geven in de bar?

Kies één:
A
Nee, iedereen is verplicht de wet te kennen, de organisatie hoeft mensen hier niet op te wijzen.
B
Ja, een organisatie is dit verplicht.

Slide 26 - Quiz

Een vader bestelt aan de bar twee biertjes, voor hemzelf en voor zijn zoon die jonger is dan 18 jaar. Welke bewering is juist:

I De zoon is strafbaar omdat hij in de openbare ruimte alcoholhoudende drank heeft.
II De vader is strafbaar omdat hij een persoon onder de 18 jaar in een openbare ruimte alcohol geeft.
III De verkoper of barvrijwilliger is strafbaar omdat die bij de vader had moeten checken voor wie het biertje bedoeld is.
IV De horecaondernemer is strafbaar omdat in de horecagelegenheid voor een jongere onder de 18 jaar alcohol is verkocht.
A
Alleen III is waar.
B
Alleen I is waar.
C
Alleen II is waar.
D
Ze zijn allemaal waar.

Slide 27 - Quiz

Wat wordt verstaan onder indirecte verstrekking?

Kies één:
A
De ijscoman die langs komt bij een organisatie en die ook alcoholische drank verkoopt.
B
Doorverkopen van gesloten verpakkingen alcoholische drank door de organisatie.
C
Een vader bestelt bier en geeft dit aan zijn 16-jarige zoon.

Slide 28 - Quiz

Wie in het onderstaande rijtje mag geen alcohol verkopen achter de bar?

Kies één:
A
De barvrijwilliger met IVA-certificaat.
B
De leidinggevende zonder verklaring Sociale Hygiëne of IVA-certificaat.
C
De leidinggevende met verklaring Sociale Hygiëne.

Slide 29 - Quiz

Wat doe je als iemand geen identiteitsbewijs heeft en niet kan aantonen dat hij of zij 18 jaar of ouder is?

Kies één:
A
Geen alcohol verkopen, want de gouden regel is ‘geen identiteitsbewijs geen alcohol’.
B
Wel alcohol verkopen: de persoon zelf is strafbaar als die jonger is dan 18 jaar.
C
Vragen aan vrienden of bekenden van de persoon naar de leeftijd.

Slide 30 - Quiz

Wie krijgt de boete wanneer aan een jongere onder de 18 jaar alcohol verkocht wordt?
Kies één:
A
De leidinggevende.
B
Het bestuur van de organisatie.
C
De barvrijwilliger. De barvrijwilliger. De barvrijwilliger. De barvrijwilliger.

Slide 31 - Quiz

Boven welk promillage in het bloed is het strafbaar om te fietsen?

Kies één:
A
0,5 promille.
B
1,5 promille.
C
0,2 promille.

Slide 32 - Quiz

Als je drie standaardglazen drinkt en je bent met de brommer of scooter, wat kan dan het gevolg zijn, als je wordt aangehouden?

Kies één:
A
Niets, omdat na drie standaardglazen nog geen 0,5 promille alcohol in je bloed zit.
B
Niets, met een promillage boven de 0,5 promille mag je gewoon brommer rijden.
C
Je kan een waarschuwing krijgen en je brommerrijbewijs kan worden ingenomen.

Slide 33 - Quiz

Wanneer je al een IVA hebt gevolgd, mag je dan achter de bar bij een festival?

Kies één:
A
Ja, als je daarvoor een bewijs hebt (IVA-certificaat).
B
Nee, je moet opnieuw een IVA volgen.
C
Nee, op festivals en evenementen mogen geen vrijwilligers achter de bar.

Slide 34 - Quiz

Wat zijn de grote verschillen tussen barvrijwilliger zijn bij je eigen organisatie of bij een evenement?

Kies één:
A
Op evenementen komen alleen mensen boven de 18 jaar.
B
Een evenement is massaler en anoniemer.
C
Op festivals en evenementen mogen geen vrijwilligers achter de bar.

Slide 35 - Quiz

Alcohol beïnvloedt het gedrag. Welke stelling is waar?

I. Na een of twee glazen alcohol word je er vrolijk van, omdat remmingen wegvallen.
II. Na het drinken van alcohol kan de stemming omslaan en kan iemand depressief en zelfs agressief worden.
III. Na het drinken van alcohol vallen seksuele remmingen weg.

Kies één:
A
Na een of twee glazen alcohol word je er vrolijk van, omdat remmingen wegvallen.
B
Na het drinken van alcohol vallen seksuele remmingen weg.
C
Na het drinken van alcohol kan de stemming omslaan en kan iemand depressief en zelfs agressief worden.
D
I, II en III zijn juist.

Slide 36 - Quiz

Na zes biertjes bestelt een klant een nieuw biertje bij barvrijwilliger Agaath. Zij wil deze klant geen bier meer verkopen. Op welke reacties moet Agaath bedacht zijn?

I. De klant gaat ontkennen dat hij te veel gedronken heeft.
II. De klant kan agressief worden.
III. De klant kan seksistische opmerkingen gaan maken.

Kies één:
A
I De klant gaat ontkennen dat hij te veel gedronken heeft.
B
I, II en III kunnen gebeuren.
C
III De klant kan seksistische opmerkingen gaan maken.
D
II De klant kan agressief worden.

Slide 37 - Quiz

Wat is de beste manier van handelen als een klant een excuus of kritiek heeft op de regels met betrekking tot de leeftijdsgrenzen voor alcohol en het voorkomen van alcoholmisbruik en te voorkomen dat er een conflict ontstaat?

Kies één:
A
Je probeert de reactie om te buigen door het tonen van begrip en het geven van argumenten.
B
Je geeft aan dat jij de regels niet hebt bedacht, maar dat je ze wel moet handhaven.
C
Je zegt dat hij of zij niet moet zeuren, regels zijn regels.

Slide 38 - Quiz