Klas 2A gymn Freitag, den 21. Januar 2022

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Freitag, den 21. Januar 2022

• Willkommen
• Online les en regels
• Ziele dieser Unterrichtsstunde
• Grammatik: vervoegen zwakke werkwoorden
• Machen Aufgabe
• Grammatik: ein(e)/kein(e) + ein-groep
• Grammatik: meervoud regels + üben
• Hören -> online
• Hausaufgaben
• Zum Schluss

Regels online lessen:

• Je hebt werkboek B en het tekstboek klaar liggen.
• Je hebt je schrift klaar liggen.
• Je hebt een gevulde etui klaarliggen.
• Je doet mee, maakt aantekeningen en je beantwoordt vragen.
• Geen reactie/niet mee doen -> afwezig melding in Magister!!!

Ziele dieser Unterrichtsstunde:

• Je weet hoe zwakke werkwoorden worden vervoegd en hoe het voltooid deelwoord wordt gevormd.
• Je weet waaruit de ein-groep bestaat en kunt dit toepassen.
• Je leert een aantal regels voor het vormen van het meervoud.
• Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.

Vervoegen van werkwoorden:

• Wat is de 1e stap?
• Wat is idewis?
• Wat is de standaard uitgang na de stam?
• Wat zijn sis-klanken?
• Wat veranderd er bij sis-klanken aan de standaard uitgang?
• Hoe gaat het bij werkwoorden met stam op d/t?
• Welke werkwoorden horen bij zelfde regels als stam op d/t?

Aufgabe 3.5A   Seite 13

• Zelfstandig maken Aufgabe 3.5A
• Klaar: doorlezen Wörterliste A Seite 60 + WRTS/Quizlet
• Bespreken Aufgabe 3.5A

• Klassikaal 3.5B 

• Voltooid deelwoord:
  

1. Wat is de standaardregel?
2. Uitzonderingen?
   

• Klassikaal 3.5C

Wiederholung Grammatik

ein/kein -> wel/geen uitgang

Stappenplan:

• Wat is het lidwoord?
  
•         → toepassen regels der die das
  
•        → of leren lidwoord Wörterlisten A+B
  
• der+das → geen e als uitgang
  
• die+die → wel e als uitgang
  
• Ezelsbruggetje: die + die → eindigen op een e
• bij meervoud kun je geen ein gebruiken

ein-Gruppe

Bestaat uit:

• ein -          = een
• kein -        = geen
• bezittelijke voornaamwoorden (mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, unser-, euer/eure, ihr- en Ihr)

       (pers. vnw.                                            ich         du        er     sie     es       wir          ihr                sie          Sie)

mijn auto               mein Auto (onzijdig) 

jouw broer            dein Bruder (mannelijk persoon)

uw jas                     Ihre Jacke (vrouwelijk -> eindigt op e)

zijn Schwester   seine Schwester (vrouwelijk -> vrouwelijk persoon)

Machen Aufgabe 

• Machen Aufgabe 4.3 B + C  Seite 17 Arbeitsbuch
• Klaar: Lernen Wörterliste A Seite 60 Textbuch
• Besprechen Aufgabe 4.3. B + C

Grammatik: het meervoud van zelfstandige nw.

Belangrijkste vraag: wat is het lidwoord?

• regels der die das
• leren lidwoord met zelfstandige naamwoorden in de Wörterlisten

• Schema bekijken en oefenen!

Noteer het meervoud van:
der Ball
(lidwoord niet vergeten)

Noteer het meervoud van:
die Freundin
(lidwoord niet vergeten)

Noteer het meervoud:
das Brötchen
(lidwoord niet vergeten)

Noteer het meervoud van:
der Baum
(lidwoord niet vergeten)

Hören   -> online maken

Wat moeten we doen voordat we gaan luisteren?

• Aufgabe 3.2
• Aufgabe 4.1 en 4.2 Gezamenlijk lezen van inleiding en vertalen.
• Hoe werken online opdrachten?

Hausaufgaben:

Lernen: Wörterliste A Seite 60 Textbuch

Lernen: Grammatik ein-groep 

Machen:

Hören Aufgaben 3.2, 4.1 en 4.2 -> online via Magister

Aufgabe 4.3 D Seite 17