blok 6, week 3, les 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

lesdoel:

Je kan werkwoorden vervoegen in de verleden tijd.

Hoe zit het ook alweer met de verleden tijd?

overleg met je buur.

Voorbeeld 

Hij (werken) bij een kledingwinkel.

stap 1: stam is het hele werkwoord - en.

stap 2: Zit de laatste letter in het 't kofschip x?

stap 3: ja > stam + te(n)

                  nee > stam + de(n) 

stap 4: Enkelvoud of meervoud?

De meiden (spelen) gisteren bij Elisa.
stap 1: Gebruik de stam.
stap 2: Kijk naar de laatste letter.
stap 3: enkelvoud of meervoud?

hij (fietsen) gisteren naar school.
stap 1: Gebruik de stam.
stap 2: Kijk naar de laatste letter.
stap 3: enkelvoud of meervoud?

Hij (vertellen) mij het grote geheim.
stap 1: Gebruik de stam.
stap 2: Kijk naar de laatste letter.
stap 3: enkelvoud of meervoud?

Wij (reizen) met de auto naar Frankrijk.
stap 1: Gebruik de stam.
stap 2: Kijk naar de laatste letter.
stap 3: enkelvoud of meervoud?

Zij (verhuizen) vorige week naar haar nieuwe huis.
stap 1: Gebruik de stam.
stap 2: Kijk naar de laatste letter.
stap 3: enkelvoud of meervoud?

Zet de volgende zin in de voltooide tijd:
Ik ervaar

Zet de volgende zin in de voltooide tijd:
Mirjam overlegt.

Zet de volgende zin in de voltooide tijd:
Wij omhelzen.

Pak je dictee schrift en werkboek voor je

We gaan het volgende doen:

- dictee van 2 klankgroep woorden.

- opdracht 1 en 2 van blz 28 maken.

- dictee van 3 woorden en 3 zinnen.