21/5 Woordenschat DISK - trappen van vergelijking

• NT2
• ISK

Woordenschat DISK - trappen van vergelijking

Wat gaan we doen?

- Kort herhalen zinnen maken

- 5 nieuwe woorden uit elk thema

- Trappen van vergelijking 

- Oefenen

deze school- al 3 jaar- gaat - naar - mijn zus - .

kwam- ik - te laat - , mijn bus- omdat- ben - - niet - .

Woorden thema 4

Groep 1 schrijf alle woorden in je schrift.

Groep 2 probeer een zin te maken met elk woord.

Een beetje = een klein deel

breed

Hard gaan = snel

Precies = exact

kiezen

Ik kies

jij/hij/zij kiest

wij/jullie kiezen

Woorden thema 8

Deze woorden zijn alleen voor groep 2

Groep 1 gaat ondertussen zinnen schrijven met hun eigen woorden.

de arts = de dokter 

beschrijven: schrijven of vertellen over iets of iemand

Inmiddels = in de tijd die ertussen ligt

Meegaan = met iemand anders ergens naartoe gaan

de arts = de dokter 

Dalen = omlaag gaan

trappen van vergelijking 

( vergrotende trap)

Trappen van vergelijking

Je gebruikt de vergelijkende trap wanneer je twee of meer dingen met elkaar vergelijkt.

We noemen het een trap, omdat het elke keer meer wordt.

Let goed op hoe je het schrijft!

Het regent hard.
Gister regende het nog ........

Mijn moeder is oud.
Maar mijn oma is nog ........

Mijn winterjas is warm
Maar mijn nieuwe winterjas is nog .............

De weg naar school is slecht.
De weg bij ons huis is nog ........... .

Mijn laptop is goed.
Maar mijn mobiel is ..............

Klas 1 F is leuk
Maar klas 1 J is ............

Koffie drink ik graag.
Maar thee nog .........

Hoe heb je deze lessonup gedaan?

😒🙁😐🙂😃