Paragraaf 2.2 Van paleis naar polis

Hoofdstuk 2: De Griekse wereld
Introductie
De tijd van de Grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 n.C.

Paragraaf 2.2 De Griekse stadstaten en hun koloniën.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2: De Griekse wereld
Introductie
De tijd van de Grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 n.C.

Paragraaf 2.2 De Griekse stadstaten en hun koloniën.

Slide 1 - Diapositive

Straks kun je de volgende vragen beantwoorden
  • Wat is een polis (stadstaat)?
  • Waarom gingen de Grieken kolonies stichten?

En je kunt
  • de begrippen van paragraaf 2.2. uitleggen.
  • kent het verschil tussen een oorzaak en gevolg.

In deze les:

Slide 2 - Diapositive



Waar ligt Griekenland eigenlijk?
Waar ligt Griekenland?
Schrijf het goede antwoord op je wisbordje
A
B
C
D

Slide 3 - Diapositive

Griekenland in de Oudheid

Slide 4 - Diapositive

Griekse stadstaten/poleis
Vanaf 850 v. Chr.
  • Een polis is een zelfstandige stadstaat, een stad met omringend gebied (dorpjes). Vaak bij een Akropolis.



Één polis en meerdere poleis
Akropolis is een hoogst gelegen punt van een polis. Het was slim om hier een stadstaat te bouwen met een burcht omdat het goed de verdedigen was. Het is namelijk hoger gelegen gebied.

Slide 5 - Diapositive

Polis is zelfstandig
Akropolis
Woningen, dorpjes binnen de stadsmuur
Dorpjes
Haven voor handel. Handel zorgde voor uitwisseling van cultuur, gewoonten en taal.
Platteland voor landbouw en voedselproductie
Een polis lag tussen de berger. Dat zorgde ook voor bescherming.

Slide 6 - Diapositive

Griekse stadstaten/poleis
Het leven in een polis:
- In een polis leefde men van de landbouw en de handel in ambachten.
- Iedere polis had eigen wetten & bestuur.
- Rond 800 v. Chr. groeide de bevolking, de poleis zochten op andere gebieden naar vruchtbaar gebied -> kolonisatie (samen lezen)

Achterin je schrift. Schrijf erbij: H2 paragraaf 2

Slide 7 - Diapositive

Overeenkomsten en verschillen tussen de poleis
Overeenkomsten:
Dezelfde goden
Dezelfde gewoontes (bv. falanx tactiek)
Dezelfde taal

Bijvoorbeeld: Olympische Spelen, oorlogen werden zelfs stop gezet!

Verschillen: Oorlog, politieke verdeeldheid.
Politiek gaat over het besturen van een land of staat. Er was niks ergers dan door een vreemde vorst of andere polis te worden overheerst. Griekse stadstaten voerden dan ook geregeld oorlog met elkaar. Dat we ondanks deze politieke verdeeldheid spreken van één ‘Griekse wereld’, is omdat de Grieken wel dezelfde cultuur hadden.
Achterin je schrift. Schrijf erbij: H2 paragraaf 2

Slide 8 - Diapositive

Vaardigheid: Oorzaak en gevolg
Om de geschiedenis goed te kunnen begrijpen, willen we weten waardoor dingen gebeurd of veranderd zijn. Dit noemen we verklaren.
  • Bijvoorbeeld hoe kan het dat er in Zuid-Italië Griekse tempels zijn gebouwd?

- Verklaren -> oorzaak en gevolg
- Waarom of waardoor is iets gebeurd -> oorzaak
- Wat is er vervolgens gebeurd -> gevolg

Dat ik mij vanmorgen verslapen heb heeft als oorzaak dat ik vannacht te laat naar bed ben gegaan. Dat ik mij verslapen heb heeft als gevolg dat ik te laat ben op mijn werk.

Laat naar bed              Verslapen             te laat op het werk 

Oorzaak
Gevolg

Slide 9 - Diapositive

Wisbordje
Het regent, nu ben ik nat.

Dik gedrukte stukje = een oorzaak/gevolg?


Slide 10 - Diapositive

Wisbordje
De Grieken vieren samen de olympische spelen en spreken dezelfde taal. Dit is een oorzaak/gevolg van het gevoel van 1 volk zijn.
Vul in: oorzaak/gevolg


Slide 11 - Diapositive

Samen lezen
H2.2 bladzijde:
Kopje: Kolonisatie: op zoek naar nieuwe landbouwgrond

Pak een markeerstift.

Maak opdracht 20 (blz 44) even alleen. Kijk goed naar de tekst


timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

Oorzaak gevolg schema: opdracht 20
Oorzaak
Gevolg
(en een oorzaak van het volgende)
Het pijltje geeft aan dat het een oorzaak is.

Slide 13 - Diapositive

Kolonisatie
Bekijk plaatje in je boek
  • Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land.
  • Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)
  • Bevolking groeide snel, meer voedsel nodig
  • Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood.

Slide 14 - Diapositive

Oplossing
  • Sommige Grieken verlieten hun polis, op zoek naar een beter leven


  • Met schepen ging men op zoek naar vruchtbare gebieden om koloniën te stichten

  • Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije

Marseille en Napels

(Massalia en Neapolis)

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Pak je plenda en schrijf dit er in:
Huiswerk voor 7 november:
Bladzijde 43 in je werkboek: opdracht 14,21, 27 en 28.

Vragen over je toets -> kom 1 voor 1 naar me toe
Klaar? Opdracht  19, 24 en 25

Slide 16 - Diapositive

Afsluiten
Schrijf op de post-it:
1. Je naam
2. Een voorbeeld van een oorzaak en gevolg (hoeft niet met geschiedenis te maken te hebben)

Dat mag in hele zinnen of in een schema.
Schrijf je naam er op.

Slide 17 - Diapositive