3 nieuwe tekststructuren
- probleem- oplossingsstructuur
- verleden- , heden- , toekomststructuur
- vraag- en antwoordstructuur
Casussen:
- Het atrium moet opnieuw worden ingericht. Hoe?
- Door de krimp krijgt het Esdal College steeds minder leerlingen. Hoe kan dit worden opgelost?
- Vroeger had men maar een vast telefoon per huishouden, nu heeft iedereen een mobiel. Hoe ging deze ontwikkeling en wat kunnen we verwachten van de toekomst?