Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Welkom!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift
- Inloggen LessonUp
Slide 1 - Diapositive
Herhalingsvragen
Lesdoelen
Filmpje
Tekst lezen + uitleg
Opdracht
Zelfstandig werken
Afsluiting
PLANNING
Slide 2 - Diapositive
Wat is het verschil tussen letterlijk- en figuurlijk taalgebruik?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een leenwoord?
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woord dat bestaat uit meerdere zelfstandige naamwoorden
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken
Slide 5 - Quiz
Hoe kan het dat taal verandert door leenwoorden en nieuwe woorden?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
wat betekent besjoechelen?
A
bedriegen
B
beluisteren
C
vermaken
Slide 10 - Quiz
wat betekent labberlottig?
A
geweldig
B
slordig
C
ellendig
D
mooi
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Onze taal bestaat uit bouwstenen.
Onze taal 'verengelst'
In het Nederlands gebruiken we een alfabet. De losse bouwsteentjes zijn dus onze 26 letters. Van die bouwsteentjes kun je een bouwwerk (woord) maken
Niet elke taal gebruikt een alfabet, in sommige talen hebben ze namelijk geen letters, maar karakters. zoals bijvoorbeeld het Chinees.
Bouwstenen
Slide 15 - Diapositive
Wat staat hier: k bn mvrw crn vstrd
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf een Nederlandse zin met alleen medeklinkers.
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf een Nederlandse zin met alleen maar klinkers.
Slide 18 - Question ouverte
Wat ga je doen?
Een kalligram is een figuurtekst, waarbij woorden worden geschreven in een vorm die hun betekenis weerspiegelt.
Teken op je tekenvel met potlood de contouren van een woord waarvan je een kalligram gaat maken.
Met een fineliner/stift schrijf je je tekening vol met het woord of de woorden die erbij horen, waarbij je natuurlijk binnen de potloodlijnen van de tekening moet blijven.
Als het droog is kunnen de potloodlijnen worden weggegumd.
Slide 19 - Diapositive
Opdracht: Maak een kalligram, zoals hieronder.
Slide 20 - Diapositive
Zelfstandig werken
Wat: maak opdracht 1, 2
Hoe: je mag overleggen op fluisterniveau
Hulp: theorie en teksten uit je boek
Tijd: tot de laatste vijf minuten van de les
Klaar: maak een kalligram (opdraccht 4)
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Met welke bouwstenen kunnen we Nederlandse woorden maken?
Slide 23 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen het Nederlandse en Chinese schrift?
Slide 24 - Question ouverte
Karakters
A
Verzameling letters of tekens die je bij een taal gebruikt om te schrijven