3.3 Isolatie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Isolatie

Hoofdstuk 3 - paragraaf 3

Warmtestraling is infraroodstraling.

1. Juist
2. Onjuist

Straling kun je zien

1. Juist
2. Onjuist

Hoe kouder een voorwerp, hoe meer warmte het uitstraalt.

1. Juist
2. Onjuist

Bij straling is contact met andere stoffen nodig.

1. Juist
2. Onjuist

Stroming vindt alleen plaats in een gas.

1. Juist
2. Onjuist

Bij de verwarming van een zwembad speelt stroming een belangrijke rol.

1. Juist
2. Onjuist

Als je vloeistoffen of gassen verwarmt, wordt de dichtheid lager.

1. Juist
2. Onjuist

Leerdoel

Je leert hoe je zorgt voor zo min mogelijk warmteverlies. 

Warmteproductie en warmteverlies

Hoe houden we ons huis warm?

Hoe komt het dat ons huis toch weer afkoelt als we deze niet verwarmen?

    12%

Warmteproductie en warmteverlies

Constante temperatuur 

warmteproductie = warmteverlies

Hoe minder warmteverlies, hoe lager het energieverbruik.

Een huis verliest zijn warmte door geleiding, stroming, straling. 

Hoeveel procent van de warmte gaat hier verloren?

Hoe groter het temperatuurverschil tussen binnen en buiten, hoe kleiner het warmteverlies.

1. Juist
2. Onjuist

Isoleren

Het tegengaan van warmteverlies door geleiding, stroming en straling heet isoleren. 

Geleiding: stoffen gebruiken die minder goed warmte geleiden.

Stroming: voorkomen dat gassen en vloeistoffen zich kunnen verplaatsen. 

Straling: spiegelende vlakken weerkaatsen straling. 

Isolatie van huizen

Er zijn verschillende manieren om warmteverlies tegen te gaan. 

We noemen van isoleren. 

Isolatie van huizen

Er zijn verschillende manieren om warmteverlies tegen te gaan:

• Dubbel glas
• Kieren en gaten afdichten (tochtstrips)
• Glimmende materialen in spouwmuren gebruiken.