Oefenopdracht H7

Oefenopdracht
Er zijn in totaal 15 vragen. 

Kijk en lees goed wat er van je wordt verwacht! 

Je kan heen en weer bewegen tussen de opdrachten.



1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefenopdracht
Er zijn in totaal 15 vragen. 

Kijk en lees goed wat er van je wordt verwacht! 

Je kan heen en weer bewegen tussen de opdrachten.



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de plattegrond hiernaast.
Geef aan of de stelling waar of
niet waar is.
Stelling:
De plattegrond is een kaart van iemand zijn
eigen omgeving.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de plattegrond hiernaast.
Geef aan of de stelling waar of
niet waar is.
Stelling:
Meer dan de helft van de woningen op
deze plattegrond zullen flats zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef van de volgende stellingen aan of deze juist of onjuist is. 
juist
onjuist
Toen de oude woonwijken gebouwd werden waren de huizen van slechte kwaliteit.
Veel steden zijn sterk gegroeid door urbanisatie
Bij re-urbanisatie verhuizen mensen in dezelfde richting als bij urbanisatie.
Stedelijke voorzieningen worden alleen door de inwoners van de stad zelf.

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik de bron.
In welke periode is er volgens onderstaande
gegevens vooral suburbanisatie in Amsterdam?

A
1960-1965
B
1965-1985
C
1985-1994
D
1994-2000

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type wijk ligt er bij nummer 1 op de kaart van bron 4?

A
Het centrum van de stad
B
De oude woonwijken
C
Een woonwijk met veel hoogbouw
D
Eengezinswoningen in woonerven.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende opdracht gaat over verschillende wijken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de Kinkerbuurt in Amsterdam
waren de huizen heel slecht.
De huizen zijn op twee manieren verbeterd.

Noem deze twee manieren.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de wijken op volgorde van oud naar jonger. 
oudst
nieuwer
nog nieuwer
nieuwst

Slide 9 - Question de remorquage

2 goed = 1p
1 goed = 0p
Welke foto hoort bij welke uitspraak? 
Wijk die oorspronkelijk is gebouwd voor fabrieksarbeiders
Rustige woonbuurt met veel eengezinshuizen
Mensen die houden van winkelen en uitgaan wonen hier graag
Wijk met een lage waarde van de woningen

Slide 10 - Question de remorquage

2 goed = 1p
1 goed = 0p
De volgende opdracht gaat over voorzieningen
en het verschil tussen steden en dorpen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een stad vind je vaak veel voorzieningen.

Wat is GEEN voorbeeld van
een voorziening?
A
park
B
school
C
flatgebouw
D
supermarkt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voorziening kom je waarschijnlijk NIET tegen in een dorp?
A
drogisterij (zoals de Etos of de Kruitvat)
B
bakker
C
basisschool
D
bioscoop

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef per voorziening aan of het een gespecialiseerde voorziening is of niet.  
Let op: er zijn evenveel gespecialiseerde als niet gespecialiseerde voorzieningen. (
wel een gespecialiseerde voorziening
geen gespecialiseerde voorziening
Bakker
pretpark
meubelwinkel (zoals ikea)
Supermarkt
basisschool
Ziekenhuis

Slide 14 - Question de remorquage

per fout 1p eraf.
Lees de tekst van bron. Dit nummer van Suzan & Freek
en Snelle gaat over het wonen in een dorp.

Geef 2 verschillende redenen die het leven
in een dorp volgens de tekst fijner maken dan in de stad.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de komende 2 vragen gebruik je de bron (afbeelding). 

Lees de bron goed af en beantwoord de vragen met behulp van de info uit de bron.

klik op de bron om deze te vergroten.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef van de volgende stellingen aan of deze juist of onjuist is.  
juist
onjuist
De gegevens van Leebrug passen meer bij een stad dan die van Kanaleneiland
Kanaleneiland heeft minder ouderen dan Leebrug.
In Kanaleneiland wonen minder mensen van Marokkaanse en Turkse afkomst dan in Leebrug.  
Kanaleneiland heeft meer eenpersoonshuishoudens dan Leebrug.

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In Leebrug zijn de huishoudens groter dan in Kanaleneiland. 
Welk van de onderstaande redenen zijn goede redenen en welke niet?

Let op, 3 zijn 'wel een goede reden' en 1 is 'geen goede reden'  
wel een goede reden
geen goede reden
In Leebrug wonen meer gezinnen met kinderen dan in Kanaleneiland.
In Leebrug wonen minder mensen dan in Kanaleneiland
In Leebrug wonen minder niet-westerse migranten dan in Kanaleneiland.
In Leebrug staan grotere huizen dan in Kanaleneiland.

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit was het einde van de oefenopdracht.
Controleer of je alle vragen gemaakt hebt.

Je gaat nu de werkboekopdrachten maken :)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions