Nederlands H2 woordenschat figuurlijk taalgebruik Deel B
1 / 16
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Lien
Uitdrukkingen zijn altijd?
A
figuurlijk
B
letterlijk
Slide 6 - Quiz
Welk plaatje past het beste bij onderstaande uitdrukking? Sleep het plaatje ernaar toe.
aan de man brengen
Slide 7 - Question de remorquage
Welk plaatje past het beste bij onderstaande uitdrukking? Sleep het plaatje ernaar toe.
voor een appel en een ei
Slide 8 - Question de remorquage
Welk plaatje past het beste bij onderstaande uitdrukking? Sleep het plaatje ernaar toe.
iets op de kop tikken
Slide 9 - Question de remorquage
Welk plaatje past het beste bij onderstaande uitdrukking? Sleep het plaatje ernaar toe.
aan de straatstenen niet kwijtraken
Slide 10 - Question de remorquage
Welk plaatje past het beste bij onderstaande uitdrukking? Sleep het plaatje ernaar toe.
als warme broodjes over de toonbank gaan
Slide 11 - Question de remorquage
Maak de uitdrukking af door van links naar rechts te slepen.
kwel
praal
nimmer
vlam
Pracht en ...
Nooit ofte ...
In vuur en ...
Kommer en ...
Slide 12 - Question de remorquage
Weet jij wat de volgende uitdrukkingen betekenen? Trek lijnen van de uitdrukkingen naar de juiste betekenis.
Meten met twee maten.
Iemand over het hoofd zien.
Een gat in de lucht springen.
Een zuurpruim zijn.
Appels met peren vergelijken.
Iemand vergeten zijn.
Heel erg blij zijn.
Altijd boos zijn.
Oneerlijk keuren.
Iets wat niet met elkaar te vergelijken is.
