LJ1: 5.1 Vocabulary / LJ2: 5.1 Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5.1 
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5.1 
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
LJ1: Take your English book and open it on page 53. Make exercise 7, 8 & 9 on page 53/54. 
Ready? Then you're going to learn the words of 4.1 

LJ2:  Take your English book and open it on page 146.
 


Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je de grammar van de 'plural' toepassen.
- kun je de grammar van much/many toepassen
- kun je de grammatica van comparisons toepassen

Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren
- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week

Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept --> 8 of hoger: Bregje & Nick
Jullie maken zelfstandig opdracht 9 t/m 12 op blz. 56 t/m 58


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Diapositive

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 5 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
woman?
A
women
B
womans
C
women's
D
woman's

Slide 6 - Quiz

Much or many?

.............. sugar
A
much
B
many

Slide 7 - Quiz

Welke comparison is NIET juist:
A
bad - badder - baddest
B
big - bigger - biggest
C
small - smaller - smallest
D
far - further - furthest

Slide 8 - Quiz

Comparisons:

The king is the ___________
A
more powerful
B
powerfuller
C
powerfullst
D
most powerful

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat
Had je 4/5 vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 9 t/m 12 op blz. 56 t/m 58

De rest doet mee met de instructie

Slide 10 - Diapositive



De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends


Woorden die eindigen op -sis klank, krijgen -es

watch - watches
dish - dishes
Plural = meervoud in het Engels

Slide 11 - Diapositive



Woorden die eindigen op een medeklinker + -y, krijgen -ies.

lady - ladies
story - stories


Woorden die eindigen op een medeklinker + -o, krijgen -oes. 

potato - potatoes
tornado - tornadoes
Plural

Slide 12 - Diapositive



Woorden die eindigen op een -f, krijgen -ves

life - lives
leaf - leaves




In het Engels krijgen meervouden van 
worden NOOIT 's. 
Plural

Slide 13 - Diapositive

Grammar: plural
child ---> children
foot ---> feet
mouse ---> mice
sheep ---> sheep
tooth ---> teeth

Maar er zijn ook andere (onregelmatige) meervouden. Deze moet je uit je hoofd leren! 

Slide 14 - Diapositive

Much / many

Slide 15 - Diapositive

Much / Many
TIP! 

Telbare zelfstandig-naamwoorden kun je een getal voorzetten! 
-> DUS MANY
telbare zelfstandige naamwoorden
NIET-telbare zelfstandige naamwoorden

Slide 16 - Diapositive

Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS
Trap van vergelijking

Slide 17 - Diapositive

Om de vergrotende trap te maken zet je -er achter of more voor een bijv. nw.
Om de overtreffende trap te maken zet je -est achter of most voor een bijv. nw. 
Eén lettergreep: -er / -est

quick - quicker - (the) quickest
small - smaller - (the) smallest
Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / -est

simple - simpler - (the) simplest
clever - cleverer - (the) cleverest
Twee lettergrepen NIET op -le, -er, 
-ow, -y: more / most

famous - more famous - most famous
careful - more careful - most careful
Drie of meer lettergrepen: more / most

popular - more popular - most popular
terrible - more terrible - most terrible

Slide 18 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
LJ 1: Je maakt opdracht 7, 8 & 9 op blz. 53/54. 
LJ2: Je maakt opdracht 9 t/m 12 op blz. 56 t/m 58



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je de woordjes van 5.1 leren in quizlet of met een woordzoeker. 

timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Homework on the next page. 


Slide 20 - Diapositive

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Vrijdag 14 april
5.1 Exercise 7 t/m 9

Huiswerk LJ2: 
Vrijdag 14 april
5.1 Exercise 9 t/m 12
Toetsen LJ1: 
Geen



Toetsen LJ2: 
Geen

Slide 21 - Diapositive