T6 BS6

T6 BS6
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

T6 BS6

Slide 1 - Diapositive

Spoorboekje
- Uitleg T6 basisstof 6
- Opdrachten T6 basisstof 6 maken
- Test jezelf T6 basisstof 6 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.

Slide 2 - Diapositive

Mens en milieu
Leerdoelen:
6.6.12 Je kunt uitleggen wat duurzaamheid is.
6.6.13 Je kunt aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn.

Slide 3 - Diapositive

Duurzaamheid
Duurzaam omgaan met het milieu betekent: ervoor zorgen dat het milieu geen schade ondervindt van jouw activiteiten. Duurzaamheid betekent dus:
• niet meer stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen
• niet meer stoffen toevoegen aan het milieu dan het milieu kan verwerken

Er is bijvoorbeeld duurzame energie, duurzame landbouw, duurzame huizenbouw en duurzaam ondernemen. Hierna staan voorbeelden van duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland.

Slide 4 - Diapositive

Oplossing 1: Duurzame energie
Duurzame energie veroorzaakt geen milieuvervuiling en raakt niet op. Voorbeelden van duurzame energie zijn biomassa, windenergie en zonne-energie. Door duurzame energie te gebruiken, zijn minder fossiele brandstoffen nodig. Er komen dan minder koolstofdioxide en andere schadelijke stoffen in het milieu.


Biomassa bestaat uit afval van planten en dieren, zoals hout, groente-, fruit- en tuinafval (gft), mest en plantaardige olie. Biomassa wordt gebruikt als brandstof in elektriciteitscentrales. Het wordt dus gebruikt om elektriciteit op te wekken. Biomassa kan ook worden gebruikt als grondstof voor brandstoffen, zoals biodiesel en biogas.

Slide 5 - Diapositive

Oplossing 2: Duurzame grondstoffen
Een manier om minder grondstoffen te gebruiken, is oude grondstoffen opnieuw gebruiken. Dat kan door hergebruik of door recycling.
 
Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, bijvoorbeeld statiegeldflessen en tweedehands kleding. 

Bij recycling wordt afval gebruikt als grondstof voor nieuwe producten, zoals afval van papier, glas, metalen en kleding. Ook auto’s en elektrische apparaten, zoals tv’s en computers, worden gerecycled.

Naast duurzame grondstoffen kun je natuurlijk ook minder grondstoffen gebruiken. Want hoe minder nieuwe spullen mensen kopen, hoe minder grondstoffen er nodig zijn. Je kunt bijvoorbeeld:
• een apparaat laten repareren als het kapot is, in plaats van een nieuw apparaat te kopen;
• minder kleding kopen en vaker tweedehands kleding kopen;
• spullen langer gebruiken voor je ze weggooit of vervangt.

Slide 6 - Diapositive

Oplossing 3: Duurzame landbouw
In de toekomst zal heel veel voedsel nodig zijn voor alle mensen op aarde. Daarom zijn manieren van landbouw nodig die wel veel voedsel opleveren, maar niet de aarde vervuilen of uitputten. Twee manieren zijn precisielandbouw en kringlooplandbouw.


Precisielandbouw gebruikt technologie om planten heel precies te geven wat ze nodig hebben, zoals voedingsstoffen, licht en water. Een boer gebruikt dan bijvoorbeeld gps, robots, sensoren, drones en computers. Zo zijn minder energie en grondstoffen nodig.

Kringlooplandbouw betekent duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, zoals de bodem, de lucht en het water. Afval van planten en dieren wordt zo veel mogelijk hergebruikt. Bijvoorbeeld: voedsel dat wij niet meer eten, wordt gebruikt als voer voor dieren. Bij kringlooplandbouw maken boeren slim gebruik van de natuur. Ze gaan zuinig om met grondstoffen en ze zorgen voor zo min mogelijk vervuiling en uitputting.

Slide 7 - Diapositive

Oplossing 4: Minder vervuiling
Allerlei maatregelen helpen tegen milieuvervuiling. Zo mogen schepen en fabrieken schadelijke stoffen niet lozen in het milieu. Ze moeten het afval opvangen en op een goede manier verwerken. In Nederland wordt afvalwater gezuiverd voor het op het oppervlaktewater wordt geloosd. Auto’s hebben een katalysator gekregen, waardoor de uitlaatgassen minder vervuilend zijn. Fabrieken hebben filters in hun schoorstenen aangebracht, en boeren filteren de lucht uit de stallen.

Je kunt zelf ook helpen om de vervuiling van het milieu te verminderen. Tegen luchtvervuiling helpt bijvoorbeeld:
• minder scooter- en autorijden, vaker met het openbaar vervoer of de fiets gaan
• geen vuurwerk afsteken met oud en nieuw
• geen hout stoken in houtkachel, vuurkorf of open haard

Slide 8 - Diapositive

Oplossing 5: Minder broeikasgassen
Koolstofdioxide is een belangrijk broeikasgas. Vooral ons gebruik van fossiele brandstoffen zorgt voor uitstoot van koolstofdioxide. Door minder fossiele brandstoffen te gebruiken, kunnen we de uitstoot terugdringen. Dit kan bijvoorbeeld door zuinige apparaten te gebruiken. Apparaten werken op elektriciteit, maar die elektriciteit wordt vaak opgewekt met fossiele brandstoffen. Door energielabels kun je zien hoe zuinig een huis, apparaat of auto is.

Slide 9 - Diapositive

Zelf duurzame keuzes maken
Dingen die je zelf kunt doen, zijn:
• minder nieuwe kleding kopen, kleding langer dragen
• de verwarming een graadje lager zetten
• vaker de fiets nemen in plaats van de auto of de scooter
• reizen met de trein in plaats van met het vliegtuig
• korter douchen (scheelt water en gas of elektriciteit)
• letten op keurmerken op producten (zie afbeelding 5)
• geen plastic tasjes en plastic verpakkingen gebruiken
• afval in een afvalbak gooien en niet op straat

Slide 10 - Diapositive

Betrouwbare keurmerken

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Aan de slag
Lees de lesstof van T6 basisstof 6 (6.6)

Maak de opdrachten van T6 basisstof 6 (6.6)

Maak de test jezelf van T6 basisstof 6 (6.6), groen = af. 

Slide 13 - Diapositive