Hoofdstuk 2, paragraaf 2

Volkomen concurrentie
Je kent de kenmerken van een markt van volkomen concurrentie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Volkomen concurrentie
Je kent de kenmerken van een markt van volkomen concurrentie

Slide 1 - Diapositive

1

Slide 2 - Vidéo

01:50
Marktvorm van social media zoals in dit filmpje?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 3 - Quiz

In Zwolle zijn veel kleine koffiebarretjes, elk met hun eigen sfeer, speciale koffiesoorten en unieke menu’s. De bedrijven concurreren op kwaliteit, maar de prijzen zijn ongeveer vergelijkbaar.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 4 - Quiz

Boeren verkopen aardappelen op een markt. Alle aardappelen zijn van dezelfde kwaliteit, en geen enkele boer kan de prijs beïnvloeden. De prijs wordt volledig bepaald door vraag en aanbod.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 5 - Quiz

In Nederland zijn slechts een paar grote bedrijven actief in de verkoop van benzine, zoals Shell, BP en Total. Deze bedrijven reageren vaak op elkaars prijsveranderingen.
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 6 - Quiz

Leg uit of tankstations homogeen of heterogeen zijn.

Slide 7 - Question ouverte

Volkomen Concurrentie
Veel vragers, Veel aanbieders
homogeen product (Graan, Melk, Aardappels,...)
Transparante markt
Makkelijke toe- en uittreding
!Individuele aanbieder geen invloed op verkoopprijs!
Andere naam: hoeveelheidsaanpasser

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

0

Slide 10 - Vidéo

Leg uit waarom een aanbieder bij volkomen concurrentie geen invloed heeft op zijn verkoopprijs

Slide 11 - Question ouverte

Waarom geen invloed op de prijs?
Stel: er zijn 1000 boeren die tulpen telen. Het aanbod is dus super groot!
De prijs komt tot stand op een veilig en hier heeft de boer geen invloed op.
Eén enkele aanbieder kan niet meer vragen dan de ontstane prijs, want dan verkoopt hij niets. Hij volgt de prijs op de markt en heeft er geen invloed op.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Winst?
Stel: een boer maakt winst bij de productie van aardappels: dit lokt nieuwe boeren uit aardappels te telen.

Gevolg: meer aanbod van aardappels. 

De aanbodlijn verschuift naar rechts, waardoor de prijs daalt. (Meer aanbod is lagere prijs, logisch?)

Slide 14 - Diapositive

Gevolg: winst daalt

Slide 15 - Diapositive

Oefenen: opdracht 2, 3, 4 en 5
Pagina 31.

Snap je 2 niet? Kijk dan het filmpje op de volgende slide, of vraag mij. 

Klaar? Ga verder met vraag 6 en 7. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Geef zoveel mogelijk kenmerken van een markt van volkomen concurrentie.

Slide 18 - Question ouverte

Maximale winst
Zolang MO > MK, dan stijgt de winst
MO = MK is het omslagpunt, hier is de winst dus maximaal
MK > MO dan neemt de winst af.

Met behulp van MO = MK bepaal je de hoeveelheid die een bedrijf gaat aanbieden als de winst maximaal is

Slide 19 - Diapositive

Hoe hoog is de verkoopprijs van dit product?
A
120
B
40
C
150
D
500

Slide 20 - Quiz

Bij welke hoeveelheid is de winst maximaal?
A
40
B
100
C
150

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

P daalt
Prijs daalt net zo lang totdat de winst weg is

Prijs lange termijn: het minimum van de GTK. 

Slide 23 - Diapositive

Maken
Hfst 2, paragraaf 1, opdracht 2

Hfst 2, paragraaf 2, vraag 1 t/m 8

Slide 24 - Diapositive