Spelling blok4 week 3 les 3
1 / 25
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
In welke zinnen een hulpwoord en een voltooid deelwoord?
A
1e, 2e, 3e
B
2e, 3e, 4e, 5e
C
1e, 4e, 5e
D
1e, 2e, 4e, 5e
Slide 4 - Quiz
Noem de zelfstandige naamwoorden met de lidwoorden (5x)
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het meervoud van reis
Slide 6 - Question ouverte
Noem het bijvoeglijk naamwoord
Slide 7 - Question ouverte
Noem de voorzetsels
Slide 8 - Carte mentale
Noem de telwoorden
Slide 9 - Question ouverte
Welk woordsoort is 'eerste'?
A
telwoord
B
rangtelwoord
C
voorzetsel
D
zelfstandignaamwoord
Slide 10 - Quiz
Welke zin is een samengestelde zin?
A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de derde zin
D
de vijfde zin
Slide 11 - Quiz
Noem het voegwoord in de volgende zin:
Juf Loes heeft twee souvenirs uit Afrika meegenomen voor haar klas omdat ze wil vertellen over haar verre reizen.
Juf Loes heeft twee souvenirs uit Afrika meegenomen voor haar klas omdat ze wil vertellen over haar verre reizen.
A
voor
B
verre
C
omdat
D
over
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Columbus had een grote vloot.
A
Columbus
B
Columbus had
C
een grote vloot
D
een vloot
Slide 14 - Quiz
Hij heeft het werelddeel Amerika ontdekt
A
Het werelddeel Amerika
B
Amerika
C
Hij heeft
D
Hij heeft ontdekt
Slide 15 - Quiz
De lokale bevolking ontmoette de bemanning
A
bevolking
B
De lokale bevolking
C
De lokale bevolking ontmoette
D
de bemanning
Slide 16 - Quiz
De Spaanse koning beloonde de ontdekkingsreiziger
A
de ontdekkingsreiziger
B
De koning beloonde
C
De Spaanse koning beloonde
D
de beloonde ontdekkingsreiziger
