Periode 2: HABEN & SEIN & WERDEN

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Grammatik: haben & sein & werden

Ik

jij 

hij

zij

het

wij

jullie

zij 

U

ihr 

er

Sie 

wir 

sie (enkelvoud)

du

sie (meervoud)

es

ich 

'haben' en 'sein'

Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je in bijna iedere zin nodig.
Zeker voor zinnen met een voltooid deelwoord.

https:

https:

het werkwoord 'werden'

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

werde

wirst

wird

werden

werdet

werden

werden
Ihr ....... das jetzt sagen!

1. wird
2. werdet
3. werden
4. werde

welke 2 betekenissen heeft werden?

werden
Du ........... morgen 10 oder?

1. werde
2. wirst
3. werdest
4. wird

Weil er immer gesund isst, ist Tom sehr groß ................... (werden)

https:

Ik ken nu alle persoonlijke voornaamwoorden

1. Ja
2. Nein

Ik ken nu de vormen van "haben en sein"

1. Ja
2. Nein

Ik ken de vormen van "werden"

1. ja
2. nein

Mache die Aufgaben!

             Neue Kontakte online: Kapitel 2
              Grammatik, Aufgaben 20 bis 27, 29 & 31
               (& Buch Seite (p.) 42-47

Klik op de timer! Je hebt 20 min. voor deze opdracht. 

Checkst du's?

jij wordt

1. du wirdst
2. du werdst
3. du werdest
4. du wirst

u wordt

1. sie werden
2. Sie wird
3. Sie werden

hij wordt

1. er wirt
2. er werdet
3. er wird

ik word

1. ich werde
2. ich wirde
3. ich werd
4. ich wird

wij wordden

1. wir werde
2. wir werden
3. wir wirst
4. wir wirden

er (werden)

1. er wirt
2. er werdet
3. er wird
4. er werd

Welke betekenis heeft werden?
Ich werde morgen abgeholt.

1. worden
2. zullen

jullie worden

1. ihr werden
2. ihr werdet
3. ihr wirdet
4. ihr wirden

Gamepin: 7022663 

kahoot.it

Lernen: 

- Deutsch in der Klasse S.8/9 N-D

- Lernliste N-D S.60 bis een miljoen

Lernliste S.61 D-N bis C

- Sprachmittel N-D S.62 1-4

- Grammatik herhalen Verben

Machen: Aufgaben 20-27 fertig machen