Evi gaat met de auto van huis naar haar werk. Een enkele reis is 18 km. Ze rijdt gemiddeld 70 km/u.
Evi rijdt soms met de dieselauto van haar vriend naar haar werk. Het gemiddeld gebruik van deze auto is 4,6 l/100 km. Ze berekent de reiskosten met de dieselprijs uit de afbeelding.
Hoeveel zijn de reiskosten voor de dieselauto per dag?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 4
Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Vraag 1
maximaal 3 punten
Evi gaat met de auto van huis naar haar werk. Een enkele reis is 18 km. Ze rijdt gemiddeld 70 km/u.
Evi rijdt soms met de dieselauto van haar vriend naar haar werk. Het gemiddeld gebruik van deze auto is 4,6 l/100 km. Ze berekent de reiskosten met de dieselprijs uit de afbeelding.
Hoeveel zijn de reiskosten voor de dieselauto per dag?
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel zijn de reiskosten voor de dieselauto per dag?
Slide 2 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
aantal l per kilometer
4,6 l/100 km
4,6 : 100 = 0,046 l/km
Stap 2
aantal km per dag 18 x 2 = 36 km
aantal liter per dag 36 x 0,046 = 1,656 liter
Stap 3
prijs voor diesel 1,649
prijs per dag 1,656 x 1,649 = 2,730744
afgerond: € 2,73
Slide 3 - Diapositive
Vraag 2
maximaal 3 punten
Esmee wil een retourvlucht Amsterdam - Rome boeken. Ze bekijkt de prijzen op een vergelijkingssite.
Esmee heeft de onderstaande eisen voor de retourvlucht:
- ze wil een directe vlucht
- ze wil op de heenweg 's ochtends vertrekken uit Amsterdam
Hoeveel is het prijsverschil tussen de twee retourvluchten die aan Esmee haar eisen voldoen?
Leg je antwoord uit. Gebruik hierbij een berekening.
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel is het prijsverschil tussen de twee retourvluchten die aan Esmee haar eisen voldoen?
Slide 5 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
lees de kosten voor de ene optie af
€ 189
Slide 6 - Diapositive
Uitleg
Stap 1
lees de kosten voor de ene optie af
€ 189
Stap 2
lees de kosten voor de ander optie af
€ 210
Stap 3
bereken het verschil
210 - 189 = 21
Slide 7 - Diapositive
Vraag 3
maximaal 3 punten
Hilal en Jamie bekijken een website over parkeren in het centrum van Arnhem.
Zij willen zaterdag van 17:00 tot 23:30 in de stad parkeren. Hoeveel goedkoper is parkeren in de Musisgarage dan aan de Rijnkade?
Slide 8 - Diapositive
Zij willen zaterdag van 17:00 tot 23:30 in de stad parkeren. Hoeveel goedkoper is parkeren in de Musisgarage dan aan de Rijnkade?
Slide 9 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken de tijd voor het tarief van 1,35 per 30 minuten
17:00 tot 18:00 = 1 uur
bereken de tijd voor het tarief van 0,50 per 30 minuten
18:00 tot 23:30 = 5,5 uur
de kosten in de Musisgarage
2 x 1,35 + 11 x 0,50 = 8,20
Stap 2
bereken de tijd voor het tarief van 0,40 per 10 minuten
4 uur (betaald parkeren tot 21 uur)
kosten voor de Rijnkade
4 x 6 x 0,40 = 9,60
Stap 3 - volgende pagina
Slide 10 - Diapositive
Uitleg
Stap 1
de kosten in de Musisgarage
2 x 1,35 + 11 x 0,50 = 8,20
Stap 2
kosten voor de Rijnkade
4 x 6 x 0,40 = 9,60
Stap 3
bereken het verschil
9,60 - 8,20 = 1,40
€ 1,40
(LET OP rekenmachine geeft 1,4
maar bedragen altijd met 2 decimalen)
Slide 11 - Diapositive
Vraag 4
maximaal 4 punten
Wesley organiseert een barbecue voor 42 personen. 1 op de 6 personen eet vegetarisch. Wesley koopt voor iedereen een slagerspakket of een vegapakket.
Wesley wil een kilo extra saté kopen. De saté kost per pak van 250 gram bij de supermarkt
€ 3,19. Het tweede pak is voor de helft van de prijs.
Hoeveel goedkoper is de saté per kilo in de supermarkt dan bij de slager?
Slide 12 - Diapositive
Hoeveel goedkoper is de saté per kilo in de supermarkt dan bij de slager?
Slide 13 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken de kosten in de supermarkt 3,19+ 0,5 x 3,19 =4,785 x 2 = 9,57
LET OP: niet tussentijds afronden
Stap 2
bereken de kosten bij de slager
1000 : 125 = 8 pakken
8 x 1,85 = 14,80
Stap 3
bereken het prijsverschil
14,80 - 9,57 = 5,23
Slide 14 - Diapositive
Vraag 5
maximaal 4 punten
Wesley organiseert een barbecue voor 42 personen. 1 op de 6 personen eet vegetarisch. Wesley koopt voor iedereen een slagerspakket of een vegapakket.
Wesley koopt ook 85 g aardappelsalade per persoon. Hoeveel betaalt Wesley voor de aardappelsalade?
Slide 15 - Diapositive
Wesley koopt ook 85 g aardappelsalade per persoon. Hoeveel betaalt Wesley voor de aardappelsalade?
Slide 16 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken hoeveel gram aardappelsalade je nodig hebt
42 x 85 = 3570 gram
Stap 2
bereken hoeveel bakjes je nodig hebt
3570 : 250 = 14,28
Stap 3
rond verstandig af
in dit geval naar boven, want 14 is te weinig, dus 15 bakjes
Stap 4 bereken de kosten 15 x 2,65 = 39,75
Slide 17 - Diapositive
Vraag 6
maximaal 4 punten
Hieronder zie je een lunchdeal op een kortingswebsite.
Lieke en twee vrienden maken gebruik van de vriendenactie en kopen drie bonnen. Hoeveel euro korting krijgen Lieke en haar twee vrienden in totaal in vergelijking met dezelfde brunch zonder bonnen?
Slide 18 - Diapositive
Lieke en twee vrienden maken gebruik van de vriendenactie en kopen drie bonnen. Hoeveel euro korting krijgen Lieke en haar twee vrienden in totaal in vergelijking met dezelfde brunch zonder bonnen?
Slide 19 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken de totale kosten zonder korting
3 x 16,25 = 48,75
Stap 2
bereken de kosten voor de eerste vriend met korting
9,95 x 0,9 = 8,955 = 8,96
Stap 3
bereken de kosten voor de tweede vriend met korting
9,95 x 0,8 = 7,96
Stap 4
bereken het prijsverschil
48,75 - (9,95 + 8,96 + 7,96) = 21,89
Slide 20 - Diapositive
Vraag 7
maximaal 2 punten
Duncan leest over verborgen prijsstijgingen. Daarbij blijft de prijs van producten hetzelfde, maar wordt de inhoud kleiner.
Hoeveel procent minder wasbeurten kunnen gedaan worden met de nieuwe verpakking wasmiddel?
Slide 21 - Diapositive
Hoeveel procent minder wasbeurten kunnen gedaan worden met de nieuwe verpakking wasmiddel?
Slide 22 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken het verschil
20 -19 = 1
Stap 2
bereken het percentage
1 :20 x 100 =
Slide 23 - Diapositive
Vraag 8
maximaal 4 punten
Pepermunt scheppen bij de drogisterij kost € 0,85 per 100 g.
Duncan zegt: Bij de drogisterij is de pepermunt goedkoper dan de pepermunt in rolletjes. Klopt het wat Duncan zegt? Leg je antwoord uit. Dit mag met woorden of met een berekening.
Slide 24 - Diapositive
Pepermunt scheppen bij de drogisterij kost € 0,85 per 100 g.
Duncan zegt: Bij de drogisterij is de pepermunt goedkoper dan de pepermunt in rolletjes. Klopt het wat Duncan zegt? Leg je antwoord uit. Dit mag met woorden of met een berekening.
Slide 25 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken de prijs per rolletje pepermunt
3,20 : 8 = 0,40
Stap 2
bereken hoeveel 100 gram pepermunt uit een rolletje kost
0,40 : 45 = 0,008888 x 100 = 0,89
Stap 3 en 4 volgende dia
Slide 26 - Diapositive
Uitleg
Stap 1
bereken de prijs per rolletje pepermunt 3,20 : 8 = 0,40
drogist 0,85 per 100 gram en rolletje 0,89 per 100 gram
Stap 4
noteer of Duncan gelijk heeft en leg uit
Duncan heeft gelijk, want drogist is 0,85 en rolletje 0,89 per 100 gram
Slide 27 - Diapositive
Alternatieve berekeningen
beide per 360 gram: drogist 3,6 x 0,85 = 3,06 en rolletjes 3,20
beide per 45 gram: drogist 0,85 en rolletje: 0,85 ; 100 x 45 = 0,38
Slide 28 - Diapositive
Vraag 9
maximaal 3 punten
Duncan leest over verborgen prijsstijgingen. Daarbij blijft de prijs van producten hetzelfde, maar wordt de inhoud kleiner.
Duncan koopt na de verborgen prijsstijging pasta voor pindasaus. Hij vergelijkt hoeveel gram gemengde pindasaus hij nu minder kan maken dan met de oude verpakking.
Hoeveel gram minder gemengde pindasaus kan Duncan maken met een nieuwe verpakking pasta voor pindasaus?
Slide 29 - Diapositive
Hoeveel gram minder gemengde pindasaus kan Duncan maken met een nieuwe verpakking pasta voor pindasaus?
Slide 30 - Question ouverte
Uitleg
Stap 1
bereken het aantal gram pindasaus met de oude verpakking
350 + 700 = 1050 gram
Stap 2
bereken het aantal gram pindasaus met de nieuwe verpakking