4.5 Reageren

waarnemen en reageren
H4.5     
Reageren 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

waarnemen en reageren
H4.5     
Reageren 

Slide 1 - Diapositive

Hoe komen impulsen van zintuigcellen in de hersenen?
  1. Zintuigcel zet prikkel om in impuls.
  2. Impuls gaat langs gevoelszenuw naar het ruggenmerg.
  3. Impuls wordt van gevoelszenuw naar schakelzenuwcel.
  4. via schakelzenuwcellen komt impuls in hersenen
  5. Bewustwording

Slide 2 - Diapositive

Weg impulsen bewuste beweging

Informatie van prikkels die in je hersenen aankomen worden razendsnel verwerkt. 
Na bewustwording ontstaat een reactie. Reactie op uitwendigde prikkels is vaak een beweging.
Bewegingen uit de grote hersenen heten bewuste bewegingen.

Slide 3 - Diapositive

Weg impulsen bewuste beweging
  1. Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg. 
  2. Via schakelzenuwcellen komen impulsen in de hersenen (bewustwording).
  3. Hersenen sturen impulsen via schakelzenuwcellen naar bewegingszenuwcellen. 
  4. Begwegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren voor beweging.

Slide 4 - Diapositive

beweging waar hersenen buitenspel staan (Reflex)
Reactie lichaam om beschadiging te voorkomen moet snel zijn. 
Bewegingen zonder dat je daarbij de hersenen gebruikt noemen we onbewuste bewegingen  of reflex

Slide 5 - Diapositive

Weg impulsen onbewuste beweging
  1. Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg. 
  2. Via schakelzenuwcellen gaan impulsen naar bewegingszenuwcellen. 
  3. Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren voor beweging.

Reflex zorgt voor bescherming. 
Bij reflex volgt impuls kortste route. Er gaan tegelijkertijd ook impulsen naar de hersenen. Duurt langer. Besef/pijn komt later.

Slide 6 - Diapositive

soorten reflexen
Veel soorten reflexen, bijvoorbeeld
  1. Terugtrek-reflex: reactie volgt op prikkel pijn
  2. kniepeesreflex: zorgt voor evenwicht/balans
  3. pupilreflex: beschermt tegen fel licht
  4. niesreflex: beschermt luchtwegen

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
Maak de opdrachten van 4.5

Slide 8 - Diapositive

Zenuwcellen die in je ruggenmerg impulsen doorgeven heten:
A
bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
gevoelszenuwencellen

Slide 9 - Quiz

Zenuwcellen die naar de spieren lopen heten:
A
bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
gevoelszenuwencellen

Slide 10 - Quiz

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

A
schakel - en bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
schakel- en gevoelszenuwencellen

Slide 11 - Quiz


Wat is de naam van onderdeel 1?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 12 - Quiz


Wat is de naam van onderdeel 2?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 13 - Quiz


Wat is de naam van onderdeel 3?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 14 - Quiz

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je schopt tegen de bal
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 15 - Quiz

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je hoest na verslikken
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 16 - Quiz

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je stapt in een punaise en tilt je voet op
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 17 - Quiz

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je wilt je veter vastmaken en tilt je voet op
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 18 - Quiz