Dinsdag 10 mei

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning 
1e uur Nederlands 
2e uur Wiskunde
3e uur Aardrijkskunde of techniek 
4e uur Economie
Na de pauze sport of lezen 
5e uur & 6e uur Bowlen in de Stolp 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1e lesuur:
8:45 - 09:30
Nederlands


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan  de slag! 
Leren hoofstuk 5
Morgen eindtoets 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Wiskunde

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
maken: Afmaken samenvatting hfst. 8
timer
30:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3e lesuur:
10.30 - 11.15
Aardrijkskunde



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van brandstof naar energie

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor veel producten die wij dagelijks gebruiken, zijn grond- en delfstoffen nodig.

Grondstoffen: hout, steen en grind. 
Komen uit de natuur. 

Delfstoffen: steenkool, aardolie, aardgas.
Grondstoffen die uit de bodem komen (= delven)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Delfstoffen in Nederland

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van brandstof naar elektriciteit
Brandstoffen zijn nodig om energie op te wekken. 

Een belangrijke bron van energie is elektriciteit.

Elektriciteit wordt met behulp van brandstof opgewekt in elektriciteitscentrales. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van brandstof naar elektriciteit


De elektriciteit wordt opgewekt met stoom, door met steenkool of aardgas water te verhitten. 

Stoom --> rad gaat draaien --> m.b.v. dynamo wordt elektriciteit gemaakt.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossiele brandstoffen in Nederland
De Nederlandse bodem bevat ook fossiele brandstoffen.

Aardgas is de belangrijkste energiebron in Nederland.

In Groningen ligt een groot gasveld.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
maken: H6 - p.1 van brandstof naar energie 
timer
0:30

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4e lesuur:
11.15 - 12.00
Economie

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Ik kan uitleggen wat de kans op werk is voor werkzoekenden.
Ik kan toelichten hoe werkzoekenden hun kans op werk kunnen vergroten.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dennis werkt in een magazijn, hij is inpakker. Hij heeft vaak moeten solliciteren voor hij deze baan kreeg. Hij werd steeds afgewezen omdat hij zijn schoolopleiding niet heeft afgemaakt.
Dennis heeft minder kans op een baan doordat hij zijn opleiding niet heeft afgemaakt. Hoe zie je dat in het staafdiagram?

Slide 22 - Question ouverte

Zijn kans op werk met alleen vmbo is iets meer dan 50% en met mbo erbij is dat 66% of 77%.
Dennis werkt in een magazijn, hij is inpakker. Hij heeft vaak moeten solliciteren voor hij deze baan kreeg. Hij werd steeds afgewezen omdat hij zijn schoolopleiding niet heeft afgemaakt.
Waarom nemen bedrijven liever geen werknemers aan met een afgebroken schoolopleiding?

Slide 23 - Question ouverte

Bijv.: Een afgebroken opleiding wijst op weinig discipline en weinig doorzettingsvermogen.
Dennis werkt in een magazijn, hij is inpakker. Hij heeft vaak moeten solliciteren voor hij deze baan kreeg. Hij werd steeds afgewezen omdat hij zijn schoolopleiding niet heeft afgemaakt.
Met welk type eindonderwijs heb je de meeste kans op een sterke positie op de arbeidsmarkt?

Slide 24 - Question ouverte

universitair onderwijs

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kelly heeft de mbo-opleiding Dierenartsassistent gevolgd. Ze werkt nu drie jaar als dierenartsassistent en heeft in die tijd twee bijscholingscursussen gevolgd.

Waarom is het nuttig voor Kelly om bijscholingscursussen te volgen?

Slide 26 - Question ouverte

Bijv.: Ze blijft op de hoogte van de nieuwste technieken en methoden.
Kelly heeft de mbo-opleiding Dierenartsassistent gevolgd. Ze werkt nu drie jaar als dierenartsassistent en heeft in die tijd twee bijscholingscursussen gevolgd.

Kelly solliciteert bij een andere dierenarts. Noem twee dingen waar de dierenarts op zal letten als hij een nieuwe medewerker kiest.

Slide 27 - Question ouverte

Bijv.: diploma, uitstraling, mentaliteit, ervaring
Kelly heeft de mbo-opleiding Dierenartsassistent gevolgd. Ze werkt nu drie jaar als dierenartsassistent en heeft in die tijd twee bijscholingscursussen gevolgd.

Daan, een andere sollicitant, heeft net zijn diploma gehaald. Wat kan een reden zijn om voor Kelly te kiezen en niet voor Daan?

Slide 28 - Question ouverte

Kelly heeft al drie jaar werkervaring.
Aan de slag! 
Maken: hfst. 7 - p. 3 kans op werk
timer
30:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pauze

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

12.30-13.00
Gym of lezen 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Engels

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel:  I know words about moods / emotions / feelings / having a good time and I can use them correctly.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'annoyed'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'cranky'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'confused'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'fabulous'?
A
verward
B
chagrijnig
C
geïrriteerd
D
fantastisch

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'relieved'?
A
schuldig
B
gepassioneerd
C
opgelucht
D
blij, opgewonden

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'thrilled'?
A
schuldig
B
gepassioneerd
C
opgelucht
D
blij, opgewonden

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke thema woorden zie je op het plaatje?
Zie notitie voor antwoorden

Slide 42 - Diapositive

Party animal, dress code, to throw a party, to enjoy yourself, lovely
Aan de slag!
Maken: CH6; B
timer
30:00

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Biologie

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel
Je kunt omschrijven dat variatie in genotypen ontstaan door geslachtelijke voortplanting.
Je kunt omschrijven hoe een twee-eiige en hoe een eeneiige tweeling ontstaat. 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DNA-verwantschapstest
onderzoekt men de lichaamscellen. Vaak gaat het om een vaderschapstest. We vergelijken dan het DNA van de mogelijke vader met het DNA van het kind. Met behulp van dit onderzoek bepalen we of iemand de biologische vader van een kind is. Ze zoeken naar twee ongelijke genen. Zodat je goed kunt zien welk gen afkomstig is van de moeder en welk gen afkomstig is van de vader.

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gelijke en ongelijke genenparen
Sommige mensen hebben een genenpaar dat bestaat uit twee genen voor steil haar. Bij andere kan het genenpaar voor de haarvorm bestaan uit twee genen voor 
krullend haar.  Soms kan je één gen 
krijgen voor krullend haar en 
één gen voor steil haar. 

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als kinderen dezelfde vader hebben, hebben ze dan hetzelfde genotype? Leg je antwoord uit.

Slide 49 - Question ouverte

Nee, de bevruchte eicellen zijn ontstaan uit verschillende zaadcellen en eicellen. De genotpen van de bevruchte eicellen zijn verschillend 
Welke tweeling is eeneiig?

Slide 50 - Question ouverte

Tweeling B

Aan de slag!
Maken: thema 6 - bst. 3 - Geslachtelijke voortplanting
timer
30:00

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions