§5.3 Belasting op shoppen? 2B/2C

• Economie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Paragraaf §5.3

Belasting op shoppen?

Programma

• Uitleg;
  
• Zelfstandig aan het werk;

• Afsluiting.
  

Welke informatie vind je na het betalen terug op de kassabon?

Wat is een indirecte belasting?

1. Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt.
2. Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt.
3. Een belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt.

Wat zijn indirecte belastingen?

1. Accijns.
2. Inkomstenbelasting.
3. Btw.
4. Loonbelasting.

Wat zijn directe belastingen?

1. belastingen op winst.
2. belastingen op vermogen.
3. belastingen op inkomsten.
4. belastingen op uitgaven.

Wat is GEEN directe belasting?

1. Inkomstenbelasting
2. Accijns
3. Vennootschapsbelasting
4. Btw

Wat is een indirecte belasting?

1. Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
2. Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
3. Een belasting die je via een winkelier/leverancier aan de overheid betaalt

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...

1. belasting over de toenemende waarde
2. belasting tegen waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting over de toegevoegde waarde

Wat is een directe belasting?

1. Accijns.
2. btw.
3. inkomstenbelasting.
4. subsidie.

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%

Fietsenhandelaar De Wit heeft een nieuwe mountainbike in de winkel staan. De prijs exclusief btw is € 620. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs van deze mountainbike.

- € 620 : 100 x 21 = € 130,20

- € 620 + € 130,20 = € 750,20

Opdrachten

Maken:

• Opdracht 38 t/m 52.

Klaar?

1. Nakijken;

2. Iets voor jezelf :)