2.6 weefsel + 2.7 eencellige organismen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

2.6 weefsel

lesdoel

Organen en weefsels

Weefsel

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.

Organen zijn opgebouwd uit weefsels

Dierenrijk

Organen bestaan uit weefsel.

Voorbeelden van weefsel zijn:

beenweefsel, spierweefsel en 

zenuwweefsel.

weefsels dier

een groep cellen die ongeveer dezelfde functies hebben en vorm noem je weefsels.

in ons lichaam zitten verschillende weefsel.

Typen weefsel

tussencelstof

Weefsels van planten

Ook de organen van planten bestaan uit weefsels. 

De bovenkant en onderkant van het blad bestaan uit één laag cellen. Dit weefsel heet de opperhuid. 

Tussen de opperhuidcellen liggen huidmondjes. 

Weefsels

lesdoel

Eencellige organismen

Via het celmembraan

Amoebe

Een amoebe heeft een celmembraan en een celkern. Het is een  eencellig organisme.

De amoebe beweegt door het cytoplasma te verplaatsen in zijn schijnvoetje. De inhoud van de amoebe kan zich zo verplaatsen.

Pantoffeldiertje

Op het celmembraan --> trilhaartjes

In water --> golf bewegingen --> verplaatsen

Trilhaartjes --> voedsel naar celmond --> voedselvacuole

Verteerde stoffen --> opgenomen in het cytoplasma

Onverteerde stoffen --> via de celanus eruit

leerdoelen.

-Je moet kenmerken kunnen noemen van de amoebe en het pantoffeldiertje

Pantoffeldiertje

• Voortbeweging: Trilharen
• Eten: Celmond
• Vertering: Voedingsvacuole

https://schooltv.nl/video/het-pantoffeldiertje-leven-in-een-vieze-sloot/#q=pantoffeldiertj

Pantoffeldiertje

pantoffeldiertje

ook het pantoffeldiertje heeft een celmembraam en een celkern. dit is ook een eencellige dier.

aan de buitenkant van het pantoffeldiertje zitten trilharen. Deze trillen door de vloeistof heen en zo beweegt hij.

Huiswerk

Lezen: blz 116 en 117

Maak van bs 2.6 opdrachten: 1,2,3,4,5 

Lezen: blz 120 t/m 122

Maak van bs 2.7 opdrachten: 1,2