Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Consumeren is kiezen
H2.1
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan aangeven wat behoeften zijn.
Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.
Ik kan uitleggen wat consumeren is.
Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd.
Slide 2 - Diapositive
Behoefte
is iets missen waarmee een wens vervuld kan worden
basisbehoeften Noodzakelijke behoeften zoals eten/drinken, woning, kleding en gezondheidszorg.
Luxe behoefte Zaken die het leven aangenaam maken zoals vakantie, auto, hobby’s.
Slide 3 - Diapositive
Prioriteit
Wat je het belangrijkst vindt en als eerste doet en of koopt.
Slide 4 - Diapositive
Consumeren
Het bevredigen van behoeften door:
- iets te kopen of iets te doen
Slide 5 - Diapositive
Vrije goederen
Producten waarvoor je niets hoeft te betalen
Slide 6 - Diapositive
Produceren
Om consumeren mogelijk te maken, moeten bedrijven of personen iets doen. Ofewel Iets doen of maken voor de bevrediging van behoeften. bedrijven: producten kosten geld gezinnen: produceren is gratis.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Welvaart
De mate waarin je in staat bent om je wensen en behoeften te vervullen.
Slide 9 - Diapositive
Schaarste
De middelen zijn ontoereikend om in alle behoeften te voorzien.
Slide 10 - Diapositive
Schaarse goederen
Product waarvoor je moet betalen.
Slide 11 - Diapositive
Hoe reken je een (rente)bedrag uit?
Bedrag : 100 x percentage = (rente)bedrag
Slide 12 - Diapositive
Bas heeft €2.000 op een spaarrekening gezet. Hij krijgt 2% rente. Hoeveel rente ontvangt hij?
A
€4
B
€20
C
€40
D
€400
Slide 13 - Quiz
Leerdoelen
Ik kan aangeven wat behoeften zijn.
Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.
Ik kan uitleggen wat consumeren is.
Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd.