PS2 - Woche 16 - Stunde 1

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

PS2 - Woche 16 - Stunde 2

Planung

Quizlet live 

Wiederholen: 4e naamval: persoonlijk voornaamwoord + voorzetsels + Wiederholung 7 machen

Ziele

• Je kent het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de vierde naamval.

• Je kent de voorzetsels met de 4e naamval.

• Je kent de woorden rondom het thema wohnen en je kunt deze actief gebruiken. 

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

euch

mich

dich

ihn/sie/es

uns

sie/Sie

durch

für

ohne

um

bis

gegen

entlang

door

 voor

zonder

om

tot

tegen

langs

Personalpronomen 1e naamval

ich = ik

du = jij

er = hij

sie = zij

es = het

wir = wij

ihr = jullie

sie = zij (mv)

Sie = u

wer? = wie?

was? = wat?

Personalpronomen 4e naamval

mich = mij

dich - jij

ihn = hem

sie = haar

es = het

uns = ons

euch = jullie

sie = hen

Sie = u

wen?=  wie?

was? = wat?

Voorzetsels 4e naamval

durch = door

für = voor

ohne = zonder

um = om

bis = tot

gegen = tegen

entlang = langs (staat niet in de methode)

Geht ihr ohne ......(mij) in die Stadt?

1. ich
2. du
3. mich
4. dich

Spielt er am Samstag gegen ..... (ons)?

1. ihr
2. uns
3. sie
4. wir

Sie wurde durch ...... (hem) nicht eingeladen.

1. er
2. sie
3. ihr
4. ihn

Das Bett ist viel zu klein für (hem)....

Für (wie) .....ist dieser Stuhl?

.........Geld kann ich nichts kaufen (zonder)

Die Kette hängt .....ihren Hals (om)

Tschüss, ...... Morgen (tot)

Jetzt üben!

Selbstständig machen: Wiederholung 7

Zeit: 30 Minuten

Hilfsmittel: Kapitel 7: Grammatik A & B aus Paragraf E & Grammatikübersicht in naslag

Fertig? = 

• Aufgaben verbessern in Paragraf A, B, C, D, E, F, G, H
• Slim Stampen: Overhoren D-N
• Slim Stampen: Overhoren N-D

Hoe gaat het met dit leerdoel?

1. 
2. 
3. 
4. Ik heb hulp nodig!

Nächste Stunde

Grammatik: 1e en 4e naamval wiederholen

Schreiben und sprechen: Traumhaus beschreiben