Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De zon is een?
A
Kunstmatig lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus terruggekaats
D
Schaduw
Slide 3 - Quiz
Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren
Slide 4 - Quiz
De schaduw aan de linker en rechterkant noem je
A
Kernschaduw
B
Lichtschaduw
C
Halfschaduw
D
Randstralen
Slide 5 - Quiz
Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kaatst licht diffuus terug. Wat is de betekenis van 'diffuse terugkaatsing'?
A
terugkaatsing in alle richtingen
B
terugkaatsing in één richting
Slide 6 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wat is in deze afbeelding met rode pijlen getekend?
A
de buitenste lichtstralen die een lamp uitzendt
B
de eerste lichtstralen die worden tegengehouden door de auto
C
de lichtstralen die net niet worden tegengehouden door de auto
D
het gebied
Slide 7 - Quiz
Hoe noemen we de stralen die hier met een rode pijl zijn getekend?
Slide 8 - Question ouverte
Een tafel wordt verlicht door twee hanglampen. Als je je hand boven de tafel houdt, zie je verschillende schaduwen. Hoe noem je de donkere schaduw in het midden? Dit noem je de ............….........schaduw.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Een lichtstraal wordt door een spiegel teruggekaatst. De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal bedraagt 20 graden. Hoe groot is de hoek van inval? De hoek van inval is...………………. graden.
Slide 30 - Question ouverte
Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien. Welke lichtstraal is de invallende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat
Slide 31 - Quiz
In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst. Welke hoek is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D
Slide 32 - Quiz
Een zonne-energiecentrale bestaat uit een groot aantal vlakke spiegels die het zonlicht naar een oven moeten weerkaatsen. De spiegels staan op palen. Je ziet in de afbeelding de oven met het zwarte gat waar de lichtstralen heen moeten worden gestraald, drie palen met spiegels en de richting van het zonlicht. Bij welke spiegel is de hoek van inval het grootst?
A
de linker spiegel
B
de middelste spiegel
C
de rechter spiegel
Slide 33 - Quiz
Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien. Welke lichtstraal is de terugkaatsende lichtstraal?
A
de straal die van de paal naar de spiegel gaat
B
de straal die van de spiegel naar de paal gaat
C
de straal die van het oog naar de spiegel gaat
D
de straal die van de spiegel naar het oog gaat
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Zijn de beweringen juist of onjuist? Puck zegt: "In een spiegel zie je diepte."
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quiz
Zijn de beweringen juist of onjuist? Karim zegt: "Voorwerpen die dichtbij de spiegel zijn, zie je in de spiegel ver weg."
A
juist
B
onjuist
Slide 43 - Quiz
De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel. Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
Slide 44 - Quiz
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Diapositive
Wat is het grote verschil tussen een spiegelbeeld en de echte wereld?
Slide 47 - Question ouverte
Wat is de spiegelwet?
A
Hoek van inval > hoek van terugkaatsing
B
Hoek van inval < hoek van terugkaatsing
C
Hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Slide 48 - Quiz
Hoe heet de loodrechte lijn die je tekent daar waar een lichtstraal een spiegel raakt?