9.1 Ongezond

Welkom
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Welkom
Wat gaan we doen?
Programma
Leerdoelen
Start thema "gezondheid"
Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Gezondheid
  • 9.1 Ongezond
  • 9.2 Regeling (Homeostase, lever, nieren)
  • 9.3 De huid
  • 9.4 Ziek (hoe? wat doet je lichaam)
  • (9.5 Bloed en orgaandonatie (bloedgroepen)

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt benoemen en uitleggen welke factoren invloed op je gezondheid hebben.
2. Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent.
3. Je kunt beschrijven wat de werking en het risico zijn van roken, alcohol en drugs.

Slide 4 - Diapositive

Wat heeft invloed op je gezondheid?
  1. Je leefstijl: Je manier van leven; eten, drinken, drugs, sporten, slapen
  2. Je omgeving: stad/platteland, sociale omgeving
  3. De gezondheidszorg: toegang tot zorg, huisarts, tandarts, psycholoog, fysio
  4. Erfelijke factoren: daar heb je geen controle over

Slide 5 - Diapositive

Genotmiddelen

  • Waarom? --> Lekker gevoel, Meedoen met anderen, gewoonte.
  • Veel gebruikt: roken, drinken, blowen
  • Genotmiddelen zijn vaak verslavend

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat doen drugs met je..?
Drugs hebben op drie manieren invloed op je hersenen
  1. Verdovende middelen: versuffend, verminderen pijn, angst en spanning (alcohol, wiet, opiaten)
  2. Stimulerende middelen: laten je hersenen sneller werken (cocaïne, nicotine, cafeïne, speed, xtc)
  3. Bewustzijnsveranderende middelen: laten je hersenen anders werken (paddo's, lsd en wiet)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Afhankelijk...
Je kunt niet zonder --> verslaving

  1. Lichamelijk afhankelijk: het lichaam heeft het genotmiddel nodig --> ontwenningsverschijnselen
  2. Geestelijk afhankelijk: je hebt het gevoel dat je niet zonder kunt
  3. Sociaal afhankelijk: je mist het contact met de mensen waarmee je een genotmiddel gebruikt

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Roken

Teer: Plakt aan longblaasjes, minder opname O2, kankerverwekkend
Koolmonoxide: minder opname O2, conditie slechter
Nicotine: verslavend, verhoogt bloeddruk

Slide 13 - Diapositive

Roken op lange termijn
-COPD
- Chronische bronchitis
- Longemfyseem
-(Long)kanker

Slide 14 - Diapositive

Zelf doen!
   Bestudeer 9.1

   Maken: opdrachten 2 t/m 11
                                    


Slide 15 - Diapositive

Welkom

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt opnoemen en uitleggen welke factoren invloed op je gezondheid hebben.
2. Je kunt uitleggen wat verslaafd zijn betekent.
3. Je kunt beschrijven wat de werking en het risico zijn van roken, alcohol en drugs.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Alcohol
Is een gifstof en verdooft je hersenen, daardoor reageer je minder goed. 

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 19 - Diapositive

Gevolgen
ever
Cirrose is het onomkeerbare proces waarbij levercellen worden omgezet tot littekenweefsel 

Hoge bloeddruk

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 20 - Diapositive

Gevolgen blowen?
 = Het roken van wiet of hasj
    Versterkt je stemming

    Blowen is wél verslavend!
    Kan blijvende hersenschade veroorzaken

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Zelf doen!
   Bestudeer 9.1

   Maken: opdrachten 13 t/m 18 + 21 t/m 24
                                    


Slide 23 - Diapositive

Afkicken is heel moeilijk
De ontwenningsverschijnselen zijn erg heftig, je voelt je lichamelijk erg ziek.

Je kan het een beetje vergelijken als je honger hebt. Je bent moe, chagrijnig en hebt continu de behoefte aan eten. Maar dit gevoel heb je dan dagen (soms weken) lang.

Mensen die eenmaal verslaafd zijn blijven dit hun gehele leven 

Slide 24 - Diapositive

Ontwennings
verschijnselen
De verschijnselen die ontstaan bij het (tijdelijk) stoppen van gebruik.
 
Je begint te zweten
Je begint te trillen
Je kunt koorts krijgen
Je kunt misselijk worden
Je kunt hoofdpijn krijgen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo