Hij/zij en voorzetsels 2

Hij/zij
Voorzetsels
HZS 7
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
ANT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hij/zij
Voorzetsels
HZS 7

Slide 1 - Diapositive

hij
zij

Slide 2 - Diapositive

naast
onder

Slide 3 - Diapositive

in
uit

Slide 4 - Diapositive

Zij ligt naast het bed.
A
B

Slide 5 - Quiz

Hij ligt op de stoel.
A
B

Slide 6 - Quiz

Zij staat naast de auto.
A
B

Slide 7 - Quiz

Zij zit onder het kind.
A
B

Slide 8 - Quiz

Hij zit onder de tafel.
A
B

Slide 9 - Quiz

Hij staat naast de auto.
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Zij staat naast de man.
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Hij staat onder de auto.
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Hij ligt onder de stoel.
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Zij ligt in bed.
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Zij zit op de tafel.

Slide 15 - Sondage

Hij zit onder de tafel.

Slide 16 - Sondage

Hij is in de klas.

Slide 17 - Sondage

Zij is in de klas.

Slide 18 - Sondage

Hij staat naast de auto.

Slide 19 - Sondage

Hij staat onder de auto.

Slide 20 - Sondage

Hij zit naast het kind.

Slide 21 - Sondage

Zij zit naast het kind.

Slide 22 - Sondage

Zij zit op de stoel.

Slide 23 - Sondage

Hij ligt onder de stoel.

Slide 24 - Sondage

Hij pakt de fles uit de doos.

Slide 25 - Sondage