H3 GL ch1A + exid 1
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Zet de woorden uit de zin in de goede volgorde.
l'aînée
de
est
la
classe
Stephanie
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is het werkwoord in de zin
'Mon voisin est amoureux de Charlotte'?
'Mon voisin est amoureux de Charlotte'?
A
voisin
B
est
C
amoureux
D
de
Slide 6 - Quiz
Zet de woorden uit de zin in de goede volgorde.
passions
pour
nous
le
football
Nous
Slide 7 - Question de remorquage
Wat betekent
'Il s'agit d'un amour impossible'
'Il s'agit d'un amour impossible'
A
Hij is onmogelijk verliefd
B
Het is onbekende liefde
C
Het gaat om een onmogelijke liefde
D
Hij gaat onmogelijk veel van haar houden
Slide 8 - Quiz
Zet de woorden uit de zin in de goede volgorde.
doit
toujours
cadet
faire
la vaisselle
Le
Slide 9 - Question de remorquage
Noem de werkwoorden uit de volgende zin (2x)
'Le cadet doit toujours faire la vaisselle'
'Le cadet doit toujours faire la vaisselle'
Slide 10 - Question ouverte
Wat betekent
'Le cadet doit toujours faire la vaisselle'?
'Le cadet doit toujours faire la vaisselle'?
A
De jongste moet altijd afwassen
B
Het broodje valt in de afwas
C
De kadet moet altijd vloeren schrobben
D
Het kader doet afstand van de werknemers
Slide 11 - Quiz
wat betekent 'un bisou'?
A
een bizon
B
een biscuit
C
een kus
D
een blaadje
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Zoek een plaatje van:
'un cochon d'Inde'
'un cochon d'Inde'
