Afweersysteem

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Afweersysteem

Leerdoelen

1.     Je kunt benoemen wat micro-organismen zijn, wat de verschillende groepen zijn en van elke groep voorbeelden geven.
2.     Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen pathogene bacteriën en commensalen.
3.     Je kunt uitleggen wat de volgende begrippen inhouden en het onderlinge verschil noemen: besmetting, infectie en ontsteking.
4.     Je kunt benoemen welke medicijnen werken tegen welke micro-organismen.

Micro-organismen

Een organisme dat te klein is om met het blote oog te zien.

• Eencelligen zoals bacteriën
• Amoeben
• Algen en schimmels
• Kleine meercellige organisen zoals rond- en platwormen
• Virussen (meestal niet, worden niet als levend beschouwd)
• Parasieten

Wat zou een pathogeen micro-organisme zijn?

1. Een bacterie waar je ziek van wordt
2. Een bacterie die op je huid zit
3. Een bacterie die in je darm zit, maar waar je niet ziek van wordt

Noem van dit pathogene micro-organisme een voorbeeld

Virus

Bacterie

Schimmel

Parasiet

Schrijf eens in eigen woorden op, wat is een infectie?

En een besmetting dan?

Wat is geen besmettingsweg?

1. Via direct contact
2. Door de lucht
3. Via een voorwerp
4. Via radiogolven

Besmettingswegen

•     Via direct contact.
  
•     Door de lucht.
  
•     Via een voorwerp.
  
•     Via voedsel.
  
•     Via een insect of ander dier.
  

• Er zijn micro-organismen die niet één, maar meerdere besmettingswegen hebben (bijvoorbeeld via de lucht én via bloed).

Beschrijf eens in je eigen woorden... Wat doet het afweersysteem?

Het afweersysteem

Afweersysteem werkt met antigenen:

• Antigenen zijn moleculen die aanwezig zijn op ziekteverwekkers.
• Lichaam herkent antigenen als lichaamsvreemd en zet de afweerreactie in gang.

Indeling afweersysteem

Afweersysteem is in te delen in twee vormen:

• Niet-specifieke (aangeboren) afweer
• Specifiek (verworven) afweer

Eerste verdedigingslinie

De eerste verdedigingslinie van het lichaam...

• Huid en slijmvliezen
• Fysieke barrière
• Biochemische barrière
• Spijsverteringskanaal

Ontstekingsreactie (lokaal)

Een ontsteking heeft 5 kenmerken:

1. Rubor (roodheid)
2. Calor (warmte)
3. Dolor (pijn)
4. Tumor (zwelling)
5. Functio laesa (gestoorde functie)

Ontstekingsreactie (systemisch)

• Hoog witte bloedcellen gehalte
• Koorts
• Activatie specifieke afweer

Niet specifieke afweer

Witte bloedcellen (leukocyten) - fagocyt

• Fagocytose -> Verandert van vorm en neemt de ziekteverwekker op

Specifieke afweer

Ontwikkelt zich bij contact met antigenen of vaccinatie

• Antilichamen binden zich aan specifiek antigeen en maken het onschadelijk door één of meer van de volgende principes:
• Blokkade
• Klontering
• Onbeweeglijkheid
• Celvernietiging

Niet-specifieke afweer

Specifieke afweer

Snelheid

Geheugen

Werking

Snel (minuten)

Langzaam (dagen)

Geen geheugen

Geheugen (immuniteit)

Patroonherkenning

Antigeen-specifiek

Diverse manieren van immunisatie

Lichaam maakt antilichamen en geheugencellen aan:

• Natuurlijke actieve immunisatie: Ziekte ->specifieke afweer -> immuniteit
• Kunstmatige actieve immunisatie -> Vaccinatie -> Immuniteit
• Natuurlijke passieve immunisatie -> Via placenta of borstvoeding
• Kunstmatige passieve immunisatie -> Toedienen van antilichamen
  

Medicijnen en micro-organismen

Welke medicijnen zouden helpen tegen...

• Bacteriën?
• Virussen?
• Schimmels?
• Parasieten?

Deze les vond ik...

😒🙁😐🙂😃

Ik heb vandaag iets geleerd

😒🙁😐🙂😃

Op een schaal van 0-10 geef ik deze les een...

010